Bladgoud (code:M011)

Goud in de vorm van metaalfolie, vooral gebruikt voor het vergulden van hout, schilderijlijsten, steen, metaal, glas enz. Bladgoud wordt vervaardigd door fijn goud eerst in de vorm van staven of repen uit te gieten en deze vervolgens tot platen uit te slaan, die voorts tot goudblik worden gewalst. Het wordt nu met de hamer op een marmeren of granieten aambeeld uitgeplet. Bladgoud kan uitgehamerd worden tot een dikte van 0. 00001 mm. De goudblaadjes worden afzonderlijk tussen bladen van kleine, uit glad papier bestaande boekjes gelegd (papier met bolus of roodkrijt geprepareerd om het aanhechten te voorkomen). De dikste soort bladgoud is het z. G. Fabriekssgoud, dat voor vergulden van zilverdraad en voor het plomberen van tanden wordt benut. Een van de vroegste bewijzen van het gebruik van bladgoud dateert van rond 2300 v. Chr. Het betreft hier oude egyptische grafschilderingen waarop goudsmeden zijn afgebeeld, die platen goud platslaan tot dunne vellen. Vanwege de intrinsieke waarde en mystieke eigenschappen gebrukten de egyptenaren bladgoud voor het verfraaien van dodenmaskers, lijkkisten en grafattributen. In de byzantijnse tijd werd bladgoud verwerkt in religieuze schilderingen en mozaiken. Tijdens de middeleeuwen gebrukte men in europa bladgoud voor het verluchten van manuscripten, bij het vervaardigen van boekbanden en voor wandschilderingen. In de barok, een tijdperk dat gekenmerkt wordt door een overdaad aan pracht en praal, werden meubels dikwijls versierd met bladgoud. Vooral bij de welgestelde bevolking waren vergulde stoelen, tafels en schilderij- of spiegellijsten erg in trek, niet alleen omdat ze zo mooi waren, maar met name omdat ze getuigden van de maatschappelijke positie en de rijkdom van de eigenaar.

Aangeboden kunst

Een selectie uit ons kunstaanbod

Bekijk meer aanbod »

 

Iedere donderdag en vrijdag geopend van 13.00 tot 17.00 uur
Andere dagen na afspraak