Kunststichting Metzemaekers heeft in december in opdracht van de erven van de Zeeuws-Brabantse kunstschilder Teun Gijssen (1910-2003) zijn artistieke nalatenschap getaxeerd. De werken zijn na het overlijden van Gijssen tijdelijk opgeslagen in afwachting van de notariele afwikkeling.

Teun Gijssen was een vrijbuiter, misschien wel een vreemde vogel of zonderlinge mens, die zijn eigen onafhankelijkheid en vrijheid boven alles stelde en voor het doen van concessies niet in de wieg was gelegd. Dit is dan ook terug te vinden in zijn werk. Zo schrijft kunstcriticus Jan van der Harten in 1955 over Gijssen in het Eindhovens Dagblad: ".....dat we het destijds getoonde werk van Gijssen niet geheel en al konden waarderen. We kunnen het nog niet, maar dat doet aan de bewondering voor het doorzettingsvermogen van de maker niets af. Het is ons te wild, een te fel impressionisme, waar we geen weg mee weten.....Hij herrinert ons wel aan Peter van den Braken, reeds zo lang uit onze contreien verdwenen, ook een rasschilder, die vaak de verf kneedde naar zijn hand en beeldhouwde met het paletmes. Bij Gijssen komt er zelfs geen penseel aan te pas, met zijn handen, zijn vingers, met lappen en vooral met het mes modelleert hij de verf en veegt en smeert en waaijert over het doek, tot hij bereikt heeft wat hij meent te moeten bereiken.

Het getaxeerde werk van Gijssen omvat schilderijen en tekeningen uit elke periode. Mooie landschappen van voor de W.O. II, de bekende roodbruinen, bruingele, groengele, blauwen schilderijen die zo karakteristiek zijn binnen zijn oeuvre. Het blijft ondoenlijk zijn werk in perioden in te delen maar omdat Gijssen moeilijk afstand kon doen van zijn werk kunnen we met recht spreken over een complete en unieke collectie.

De collectie wordt voorlopig in depot gehouden. Wat er uiteindelijk mee gaat gebeuren is nog niet duidelijk. Alle mogelijkheden worden momenteel open gehouden om tot een optimaal en bevredigend resultaat te komen.