Floris Jespers (1889-1965) Congolese danseressen
18 januari 2008

In de jaren vijftig laat Floris Jespers zich inspireren door de Congolese schoonheid. Een nieuw en laatste hoogtepunt in zijn leven. Het werk wat we momenteel voor een relatie verkopen stelt Congolese danseressen voor welke hij vervaardigde op een van zijn reizen. Het betreft een olieverf op zachtboard met een afmeting van 58 bij 84 cm, gesigneerd. Het werk verkeert in een uistekende staat.
Het werk is na telefonische afspraak in Oirschot te bezichtigen. Mocht u meer informatie wensen dan kunt u contact opnemen met Peter Metzemaekers op het nummer 0499 790 620.
Over Floris Jespers (1889-1965)
Tijdens het Interbellum werd Jespers gerekend tot de tenoren van de modernistische schilderkunst in België. In en kort nà de Eerste Wereldoorlog behoorde hij, samen met zijn broer de beeldhouwer Oscar Jespers en de dadaïst Paul Joostens, tot de kring rond de dichter-criticus Paul Van Ostaijen die de invloed van het Europese fauvisme, expressionisme, kubisme en futurisme onderging. In de jaren twintig sloot hij zich aan bij de in Brussel opererende Sélection- en Centauregroepen. Toonaangevende critici in binnen- en buitenland noemden zijn naam in één adem met die van Permeke, De Smet en Van den Berghe als toonaangevende Vlaamse Expressionisten. Zijn post-expressionistisch werk is uiterst gevarieerd door zijn meesterschap in verschillende media: naast de olieschilderijen ontstaan talrijke tekeningen, etsen en achterglasschilderijen waarin landelijke themas afwisselen met circustaferelen. In zijn satirisch geïnspireerde urbane themas stileert hij vaak met een naar het art-deco neigend formalisme. De bange jaren dertig brengen een kentering: Jespers maakt een ommezwaai naar een traditiegebonden schilderkunst. Series Vlaamse en Waalse landschappen, stillevens, portretten vormen een terugkeer naar een specialistische schilderkunst, terwijl hij toch ook een bijdrage levert tot de heropleving van de monumentale kunst door zijn ontwerpen voor tapijten voor de Wereldtentoonstellingen te Parijs en New York. Kort nà de Tweede Wereldoorlog vindt Jespers opnieuw aansluiting bij het internationale modernisme, om vervolgens, in de jaren vijftig, zich te herbronnen met de Congolese schoonheid, een nieuw hoogtepunt.