Oscar Jespers was weliswaar ouder dan zijn broer, de kunstschilder Floris Jespers, maar wordt slechts zelden als een aparte kunstenaar benaderd. Ten onrechte maar zelfs de tentoonstelling die naar aanleiding van de viering Paul Van Ostaijen-100 georganiseerd werd in Antwerpen ging onder de titel Floris & Oscar Jespers. Alsof het eerst-geboorte-recht nog moet uitgevonden worden ... of was er linzensoep in het spel ?
Oscar verdient echter als Oscar benaderd te worden en niet als broer-van. Zijn beeldhouwwerk staat er - letterlijk en figuurlijk - en soms moeten grote middelen ingezet worden om het te verplaatsen.
In de jaren twintig hakt hij vooral beelden in marmer en aanverwante materialen in kubistische stijl met een duidelijke Afrikaanse inspiratie. Na Van Ostaijen`s dood (1928) wordt zijn werk expressionistischer - o.m. Geboorte uit 1932 is te bezichtigen in het Antwerpse openluchtmuseum Middelheim. Vanaf het midden van de jaren dertig verlaat hij steeds vaker steen als materiaal. Terracotta laat hem toe zijn modellen `intiemer` voor te stellen en tegelijkertijd ook realistischer.
Na de Tweede Wereldoorlog legt hij zich toe op brons en ook daarvan is een krachtig voorbeeld aanwezig in het Middelheim-museum: In de zon (1947). Zoals het vaak gaat bij plastische kunstenaars komt daarna de deemstering. Oscar is de zestig voorbij en valt in herhaling met eerder conventionele beelden die niet meer de spankracht van voordien hebben.