Beschrijving
Het gezelschap bestaat uit: Zittend in blauw: Alexandrine Kelder (1903-1980), de vrouw van de kunstenaar. Daarnaast: mevrouw Cornelia Petronella Plasschaert-Gevers (de echtgenote van de kunstcriticus) en staand: de kunstcriticus en huisvriend Albert Plasschaert (Albert Charles August Plasschaert (1874-1941). Op de voorgrond Albert Piet Kelder (1925-?) (Toon en Alexandrine Kelder noemden hun zoon Albert Piet naar Albert Plasschaert en Piet Boendermaker) met hobbelpaard.
Geexposeerd: Stedelijk van Abbemuseum, Eindhoven.
Herkomst:
- Collectie W.F. Selderbeek, Amsterdam
- Collectie J. Peijnenburg, Geldrop
Kees van der Geer die de collectie Selderbeek in kaart bracht en de expositie in het Stedelijk Musuem Alkmaar in 2017 samenstelde vind vooral de relatie met het Van Abbemuseum interessant”. Het zegt hierover:
"De eigen collectie van het door sigarenfabrikant Henri van Abbe opgerichte museum was aanvankelijk te klein om alle zalen van het gebouw te vullen. Selderbeek gaf daarom maar liefst 140 modernistische werken uit zijn privé-collectie in bruikleen. Het ging om expressionistische doeken van onder meer Kees Maks, Otto van Rees, Wim Schumacher, Jan Sluijters en Toon Kelder.”
Van dit genereuze gebaar van destijds is tegenwoordig niets meer terug te vinden in het Van Abbemuseum. „Selderbeek is daar geheel uit de geschiedenis geschreven”, constateert Van der Geer. Hij vermoedt dat met name de latere naoorlogse directeur Edy de Wilde Selderbeek niet zag zitten. „De straattaal van de Amsterdamse zakenman paste niet bij de kunstelite. Bovendien gooide De Wilde het roer om. Was het verzamelbeleid eerst nog gericht op de nationale contemporaine kunst, hij richtte de blik vooral op de internationale moderne stromingen.”
Pogingen van Selderbeek om een deel van zijn collectie te verkopen aan het Van Abbemuseum liepen dan ook op niets uit. „Uiteindelijk is geen van de eerst zo gewaardeerde 140 bruikleenstukken in de Eindhovense museumcollectie opgenomen. Onder druk van De Wilde werden de laatste schilderijen in 1955 geretourneerd. Geen woord van waardering richting Selderbeek kon ervan af.”
Poserend muziek luisterend gezelschap
Kelder, Toon
(Rotterdam, 24 november 1894
-
Den Haag,
7 april 1973)
Details
- Databanknummer:
- 83127
- Lotnummer:
- -
- Advertentietype
- Archief
- Instelling:
- Kunstmakelaardij Metzemaekers
- Veilingdatum:
- -
- Veilingnummer:
- -
- Stad
- -
- Limietprijs
- -
- Aankoopprijs
- -
- Verkoopprijs
- -
- Hamerprijs
- -
- Status
- Verkocht
Technische details
- Kunstvorm:
- Schilder- en Tekenkunst
- Technieken:
- Olieverf
- Dragers:
- Doek
- Lengte:
- 190 cm
- Breedte:
- 160 cm
- Hoogte:
- -
- Oplage:
- -
Beschrijving
Het gezelschap bestaat uit: Zittend in blauw: Alexandrine Kelder (1903-1980), de vrouw van de kunstenaar. Daarnaast: mevrouw Cornelia Petronella Plasschaert-Gevers (de echtgenote van de kunstcriticus) en staand: de kunstcriticus en huisvriend Albert Plasschaert (Albert Charles August Plasschaert (1874-1941). Op de voorgrond Albert Piet Kelder (1925-?) (Toon en Alexandrine Kelder noemden hun zoon Albert Piet naar Albert Plasschaert en Piet Boendermaker) met hobbelpaard.
Geexposeerd: Stedelijk van Abbemuseum, Eindhoven.
Herkomst:
- Collectie W.F. Selderbeek, Amsterdam
- Collectie J. Peijnenburg, Geldrop
Kees van der Geer die de collectie Selderbeek in kaart bracht en de expositie in het Stedelijk Musuem Alkmaar in 2017 samenstelde vind vooral de relatie met het Van Abbemuseum interessant”. Het zegt hierover:
"De eigen collectie van het door sigarenfabrikant Henri van Abbe opgerichte museum was aanvankelijk te klein om alle zalen van het gebouw te vullen. Selderbeek gaf daarom maar liefst 140 modernistische werken uit zijn privé-collectie in bruikleen. Het ging om expressionistische doeken van onder meer Kees Maks, Otto van Rees, Wim Schumacher, Jan Sluijters en Toon Kelder.”
Van dit genereuze gebaar van destijds is tegenwoordig niets meer terug te vinden in het Van Abbemuseum. „Selderbeek is daar geheel uit de geschiedenis geschreven”, constateert Van der Geer. Hij vermoedt dat met name de latere naoorlogse directeur Edy de Wilde Selderbeek niet zag zitten. „De straattaal van de Amsterdamse zakenman paste niet bij de kunstelite. Bovendien gooide De Wilde het roer om. Was het verzamelbeleid eerst nog gericht op de nationale contemporaine kunst, hij richtte de blik vooral op de internationale moderne stromingen.”
Pogingen van Selderbeek om een deel van zijn collectie te verkopen aan het Van Abbemuseum liepen dan ook op niets uit. „Uiteindelijk is geen van de eerst zo gewaardeerde 140 bruikleenstukken in de Eindhovense museumcollectie opgenomen. Onder druk van De Wilde werden de laatste schilderijen in 1955 geretourneerd. Geen woord van waardering richting Selderbeek kon ervan af.”
Aangeboden kunst
Een selectie uit ons kunstaanbod
Iedere donderdag en vrijdag geopend van 13.00 tot 17.00 uur
Andere dagen na afspraak