Vrede, Anton
Willemstad, 6 december 1953
Biografie: Anton Vrede
Anthony (Anton) Vrede is een Nederlands kunstenaar, die werkt in een expressionistische, figuratieve, soms abstraherende stijl. In zijn werk spelen dierfiguren veelal een hoofdrol, waarbij de verschillende figuren hun eigen betekenis hebben. In zijn schilderijen en grafiek vertrouwt hij met vlotte penseelstreken een naïeve sprookjesachtige wereld aan het doek of papier toe.
Vrede is de oudste zoon van Emile Vrede en Gladys Stricks. Hij was Surinaams en werkzaam als Shell-laborant en zij Antilliaanse en werkzaam als jonge verpleegster in het Sint Elisabeth hospitaal, waar ze elkaar twee jaar eerder hadden ontmoet. In 1961 kwam het gezin naar Nederland en vestigde zich in Leiden. Hier rondde hij de MULO af en startte in 1972 op de St. Joost kunstacademie in Breda. Hij leerde daar José Capricorne kennen, die hem de hoop gaf dat je als Antilliaanse kunstenaar je brood kan verdienen.
In Breda kon hij z'n draai niet vinden en stapte daarom over naar de Willem de Kooning Academie in Rotterdam, waar hij in 1977 cum laude afstudeerde. In Rotterdam studeerde hij samen met onder anderen Frank Dam, Jos Looise en Willem van Veldhuizen. Hij kreeg les van docenten als Hannes Postma, Klaas Gubbels en Kees Franse, die allen een grafisch oeuvre hadden. Op de St. Joost had hij geen grafiek mogen maken, maar in Rotterdam wel en hier bleken de grafische technieken hem op het lijf geschreven.
Aan het begin van zijn carrière had hij een rooskleurig beeld van de kunstwereld, maar dat sloeg om: "Je komt in een wereld waar geld en macht een grote rol spelen. Met valkuilen van list en bedrog, standenverschillen, statusverhogende en statusverlagende zaken. Mensen die schaamteloos de roem van anderen in ontvangst nemen. Ik heb het niet over de kunstenaars, maar over de wereld eromheen".
Tot halverwege de 90er jaren werkte Vrede vanuit zijn atelierwoning in Overschie. Toen beeldend kunstenaar en fotograaf Jan de Grauw er op het laatst op bezoek kwam trof hij er een bonte verzameling kunstvoorwerpen, die volgens De Grauw veel vertelde over Antons voorliefdes: enerzijds allerlei volkenkundige voorwerpen zoals een Dogon-trommel uit Mali, een Songue-masker uit Zaïre, en een Baining-masker uit Papoea Nieuw-Guinea en anderzijds tekeningen en schilderijen van Lucebert, Ed van der Kooy, een prent van Pat Andrea, J.C.J. van der Heyden en een verstild portret van Russische vrouwen van Hendrik Valk, meest verkregen door ruilen met bevriende kunstenaars. Maar enkele werken heeft hij ook gekocht.
In dertig jaar schreef hij meer dan tweehonderd exposities op zijn naam en mede door zijn grafiek een aanzienlijke circulatie van zijn werk in de maatschappij. Af en toe gaat hij terug naar de Antillen om er te werken en te exposeren. In 1978-80 ontving hij de Drempelprijs/Stipendium van de Rotterdamse Kunststichting.
Zijn werk is opgenomen in collecties van o.a. banken zoals ABN AMRO en MeesPierson; fondsen zoals het Bouwfonds; verzekeringsmaatschappijen zoals Centraal Beheer; ministeries van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken; ziekenhuizen en musea zoals het Stedelijk Museum 's-Hertogenbosch en het Curaçaos Museum.
Vrede componeert in zijn werk figuratieve, maar platte voorstellingen, waarin dieren menselijke trekjes krijgen en verwijzen naar exotische verhalen. In zijn schetsmatig uitgewerkte kunstwerken figureren dansende of spelende dierfiguren tegen een vaak kleurige achtergrond. Zijn werk bestaat uit kleurrijke tekeningen, allerlei vormen van grafiek, zoals etsen en zeefdrukken, aquarellen en schilderijen, collages, beschilderde keramische schallen en bronzen beelden,
Nog tijdens zijn studie had hij zijn eerste grafiek gekocht, de 'honderd gulden prent' van Co Westerik. Hij dacht toen. "Als ik dit van mijn studiebeurs kan kopen, dan is voor grafiek voor een kunstenaar een bestaansmogelijkheid".
In zijn werk is Vrede alle grafische technieken gaan gebruiken: Lithografie, zeefdruk, ets, linosnede en combinaties met elkaar. Hij was begonnen met etsen, en geïnspireerd op het werk van Haagse grafici Piet Warffemius en John Li A Fo kwam hij op een techniek om met zeefdrukken een schilderachtig effect te maken.
In zijn schilderijen figureren dieren als de gorilla, kikker, haas, pinguïn, olifant, giraffe en of luipaard. De dieren in zijn werk zijn meer dan louter een spel van kleur en vorm, hoewel dat met inzet wordt gespeeld. Van alle dieren is de olifant het meest opvallend aanwezig.
Vrede zegt hierover: "De olifant is een lankmoedig dier, verstandig en verdraagzaam. Hij werd bewonderd om zijn kracht en was het geliefde rijdier van helden, koningen en goden. Ik gebruik ook vaak de aap. In het oude Egypte werd hij met eerbied behandeld, net als in de oosterse mythologie. Daarin treedt hij op als de boodschapper van de goden, die hun opdrachten uitvoert hoewel hij ze zelf niet altijd begrijpt. Hij figureert in mijn werk als een soort nar, die dingen mag doen die ik een ander alter ego niet kan laten doen".
Geïnspireerd op het werk van JCJ Vanderheyden begon hij in de 80er jaren met een poging een duidelijk oeuvre te scheppen met collages van stijlen en technieken, die hij de voorgaande jaren had gebruikt. Hierbij reflecteerde hij over het probleem van de schrijver of kunstenaar. "Wat is je onderwerp? Waar wil je naartoe?" Zijn gevonden antwoord hierop is veelomvattend, stelt Vrede zelf in 1997: "Het gaat erover hoe ik de mensen en het heelal ervaar, het gaat over zien".
De collages die Jan de Grauw (1995) aantreft, dragen geen titel maar een code. In collages wordt veelal geknipt en geplakt om op stof of papier een nieuwe compositie te scheppen. In Anton Vredes werk zijn hierin tegen complete tekeningen en schilderingen herschikt, alsof "de beelden zijn vast opgewaaid en vastgezet in een toevallige ordening. Maar niets is minder waar". Bij de herschikking speelt de intuïtie een grote rol... De wind in Curaçao, die soms dwars door het huis waait en alles in beweging brengt... Van kliekjes van kruiden kun je soms de lekkerste gerechten maken."
De collages representeren een periode in zijn bestaan, waarin hij de achterliggende fasen in een geheel wilt verzamelen. Een soort samenvatting of epiloog van een periode. het hoort bij de rituelen in zijn belevingswereld om tegenstrijdige beelden te groeperen tot één geheel.
