Sluijter, Gerard
Amsterdam, 16 september 1901 - Amsterdam, 27 juni 1985
Biografie: Gerard Sluijter
Gerardus Hermanus Johannes Sluijter (Gerard) was kunstenaar van grote naam in relatief kleine kring, een bekende figuur in de plaatselijke kunstwereld. Grotendeels autodidact ging hij zijn eigen weg. Hij leefde als de klassieke bohémien en werkte vanuit een praktische, socialistisch ingestelde, levensvisie die de mens als onderdeel van het grote geheel zag. Het nog bestaande werk getuigt hiervan. Portretten in een soms wat naïef aandoende verstilde stijl, met alle aandacht voor de ziel van de geportretteerde. Zeegezichten en rotspartijen waaruit de grootsheid van de natuur spreekt, stadsgezichten met een bijna surrealistische beklemming. Zijn werk werd destijds veelvuldig geëxposeerd en is opgenomen in diverse collecties, vele van zijn in opdracht geschilderde portretten bevinden zich in privé bezit. Wij, zijn familie, willen via deze website geïnteresseerden de gelegenheid geven kennis te maken met het werk van een bijzondere kunstenaar.
"In de eerste klas van de lagere school zag ik een tekening van een meisje, die ik zo prachtig vond, dat ik ontroerd was en de begeerte mij aangeraakt had zo mooi te tekenen. Ik werd me bewust dat ik dat ook kon. Van toen af ben ik veel gaan tekenen. Schoolplaten copiëren deed ik graag. Aanvankelijk alleen in zwart-wit. Al gauw kreeg ik een waterverfdoosje waarmee ik in kleur kon werken. Het door mij bewonderde tekenaresje haalde de tweede klas niet. Het meisje was ziek geworden en een poosje later vertelde de juffrouw dat ze gestorven was. Het gaf mij een schok. Als ik aan haar dacht kwam ik in een melancholische stemming. Vele jaren later kwam ik te weten dat jonge kunstenaars gesneuveld waren in de oorlog van '14-'18. Hetzelfde gevoel van melancholie overviel mij weer."
Bron: Gerard Sluyter, Inleiding bij tentoonstelling in 1981
1901
Gerardus Hermanus Johannes Sluijter geboren in Amsterdam. Hij groeit op in de Jordaan als enige zoon met twee oudere zusters en een jonger zusje, dat al vroeg overlijdt.
1913
Na de lagere school moet hij aan het werk bij een huisschilders-bedriif. Omdat hij al snel gaat tekenen, kan hij naar een avond-tekenschool. Al op jonge leeftijd raakte hij geïnteresseerd in kunst. Lees zijn eigen verhaal
1918
Gerard moet van zijn ouders hetzelfde vak gaan uitoefenen als zijn vader en gaat in de leer bij een diamantslijperij. Na zijn leertijd krijgt hij een vaste aanstelling.
1919
Hij verkiest het kunstenaarsschap boven een vaste baan en verlaat het ouderlijk huis.
1921
Gerard studeert kort aan de Rijksacademie in Amsterdam. De regels liggen hem echter niet en samen met zijn goede vriend Henk Henriët gaat hij op zijn eigen manier verder, als autodidact. Hij ontmoet veel creatieven van zijn generatie, waaronder Gerrit van ‘t Net, Jeroen Voskuil en Ger Gerrits. Hij verblijft enige tijd in Parijs. De kunstenaars Laurens van Kuyk en Erich Wichman hebben veel invloed op zijn werk uit die periode.
1922
Gerard ontmoet Everdina de Boer, zijn aanstaande..
1925
Gerard en Dien gaan samenwonen in Bilthoven, trouwen hoort niet bij hun socialistisch/anarchistische levensinstelling. Hij krijgt de opdracht voor het samenstellen van de uitgave “De Moderne Grafiek in Nederland en Vlaanderen”, Erich Wichman verzorgt de technische inleiding, er worden 11 originele houtsneden van diverse kunstenaars opgenomen. Zelf maakt hij in deze periode veel grafiek, helaas is het meeste grafische werk verloren gegaan. Gerard en Dien vertrekken naar Amsterdam, waar hun eerste zoon Wijbrandt, in 1927, wordt geboren.
1928
Gerard, Dien en Wijbrandt gaan in Blaricum wonen. Hij schildert veel portretten en exposeert in de periode 1925 - 1938 met “De Onafhankelijken” in het Stedelijk museum in Amsterdam en bij kunstzaal Van Lier. Dochter Sylvia wordt geboren.
1929
Het gezin verhuist naar Haarlem, waar zij aan het Klein Heiligland een huis vinden naast Henk Henriët en zijn gezin. Hier wordt zijn dochter Antonia geboren. Gerard raakt in Haarlem bevriend met de schilder Kees Verwey, die een portret van hem schildert: “The artist Gerard Sluyter”. (Noot: er wordt gewerkt aan het achterhalen van informatie over dit werk)
Het tijdschrift "De Gemeenschap" publiceert een stilleven.
1930
Het gezin Sluyter verhuist naar Parijs. Hier ontmoet Gerard veel andere kunstenaars en is geïnspireerd aan het werk. Zoon Guillaume wordt geboren. Na ruim een jaar verhuist het gezin vanwege de hoge levenskosten in Parijs toch terug naar Amsterdam. Gerard exposeert in de jaren ‘30-’36 regelmatig bij Kunstzaal Van Lier in Amsterdam en neemt deel aan groepstentoonstellingen van “De Onafhankelijken”.
1933
Weer een verhuizing, ditmaal naar Wijk aan zee, waar Gerard opnieuw naast zijn beste vriend Henk Henriët komt te wonen. In 1934 wordt hier zijn jongste dochter Henriëtte geboren.
1936
Er verschijnt een artikel over Gerard in het maatschappelijk betrokken tijdschrift “Kroniek van Hedendaagsche Kunst en Kultuur”. Ook dit jaar neemt hij deel aan de groepstentoonstelling van “De Onafhankelijken” in het Stedelijk Museum te Amsterdam.
1938
Gerard en zijn gezin vinden een vaste, grote woning aan het Oosteinde in Amsterdam, met beneden ruimte voor een groot atelier. Vanaf deze periode begint hij op groter formaat te schilderen, o.a. schilderijen van zijn gezin, portretten van zijn vrouw en stillevens. Ook kan hij gebruik maken van de voorzieningsregeling voor beeldend kunstenaars. Na de oorlog werd dit bekend als de contra-prestatie, de latere BKR.
1940
Gerard wordt lid van Vereniging voor beeldend kunstenaars “De Brug”, een afsplitsing van “De Onafhankelijken.” Voor zover bekend heeft hij slechts meegedaan aan één groepstentoonstelling in het Stedelijk Museum in datzelfde jaar.
1941- '45
Gerard's zoon Guillaume wordt in 1941 met epilepsie opgenomen in een inrichting.
Gerard exposeert in 1941 nog een keer bij Kunstzaal Van Lier. Als "De Onafhankelijken" aansluiting zoekt bij de door de bezetter ingestelde Kultuurkamer, nemen Gerard, Henk en vele andere kunstenaars afstand van deze vereniging.
Er is een ernstig tekort aan alles - Gerard en zijn oudste zoon Wijbrandt moeten onderduiken om aan de tewerkstelling door de Duisters te ontkomen, zijn dochters gaan in 1944 op “hongertocht” en vinden in dat laatste oorlogsjaar onderdak bij boerenfamilies in de omgeving van Ommen.
Zijn vriend Henk Henriët werd wegens ondergrondse activiteiten opgepakt en afgevoerd, evenals vele Joodse vrienden. Henriët komt op 3 mei 1945 om bij het bombardement op de Cap Arcona. Een andere goede vriend, Jan Mulder, wegens het herbergen van onderduikers afgevoerd naar een werkkamp in Duitsland, overleeft de oorlog gelukkig wel. Hij emigreert naar Zweden. In 1945 verschijnt er een artikel over Gerard in “The Liberator”.
1946
Er wordt in Kunstzaal Van Lier in Amsterdam een groepstentoonstelling georganiseerd ter nagedachtenis aan de vele omgekomen kunstenaars. Kunsthandelaar Carel Van Lier zelf komt in 1945 in concentratiekamp Mühlenberg om het leven. Gerard doet mee, ook Gerrit van ‘t Net, Charlie Roelofs en Jan Peters.
1947
Zoon Guillaume raakt tijdens een epilepsie-aanval te water en verdrinkt, Gerard sluit zich op bij zijn zoon en maakt gedurende een week meerdere tekeningen en schilderijen van het opgebaarde lichaam.
1948- '52
Gerard werd vaak in zijn atelier opgezocht door veel jonge kunstenaars uit deze tijd, waaronder Theo Wolvecamp, Jan Sierhuis, Lucebert en mede-oprichter van Cobra, Karel Appel. In 1950 vertrekt Gerards dochter Tonie met Karel Appel naar Parijs, zijn dochter Sylvia woont inmiddels samen met Lucebert en krijgt met hem een zoon, Ward. In 1952 exposeert Gerard in Kunstzaal Hamel, Amsterdam. Er worden tekeningen van hem opgenomen in het kunst-tijdschrift “Zwart en Wit”. Hij zoekt vriend Jan Mulder op en verblijft gedurende 4 maanden in Zweden, heeft een solo-tentoonstelling in Malmö en schildert het portret van de Nederlandse consul, H. Roessingh. Vanaf deze tijd gaat hij geregeld naar Zweden, waar hij veel opdrachten kan krijgen.
1958
Het Oosteinde wordt gesloopt vanwege de bouw van de Nederlandse Bank, Gerard en Dien verhuizen, binnen Amsterdam deze keer, naar het Sarphatipark. De kinderen zijn nu allemaal het huis uit. Solo-tentoonstelling in Kunstzaal Plaats, Den Haag. (zie artikel)
1960
Gerard en Dien reizen naar Ibiza en Formentera hier ontstaan veel tekeningen en aquarellen.
1963
Gerard verlaat Dien voor Sonja Buchter. Vanaf die tijd gaat hij niet meer naar Eijlders, het kunstenaarscafé waar hij altijd kwam. Sonja’s vermogen stelt hen in staat veel reizen te maken, naar Frankrijk, Engeland, Spanje en Zuid-Afrika. Zijn werk wordt lichter en luchtiger van kleur en toon - landschappen en rotspartijen gaan een grotere rol spelen in zijn werk. Hij exposeert regelmatig, o.a. in Galerie Sfinx, Amsterdam, 1971, en gaf les, maar helaas zijn de nadere gegevens daarover bij de brand vernietigd.
1979
Vanaf 1979 gaat zijn gezichtsvermogen achteruit, wat terug te zien is in zijn werk. Hoewel hij blijft schilderen, maakt dit verslechterde zicht hem somber en neerslachtig.
1981
Gerards laatste tentoonstelling in Kunsthandel Wending, in Amsterdam. De verschijnselen van Alzheimer dienen zich aan. Ook tijdens zijn ziekte blijft hij schilderen. Zijn schilderijen neigen, door zijn slechte gezichtsvermogen en zijn ziekte, inmiddels naar abstracten, hoewel het kleurgebruik nog altijd warm en helder is. Hier en daar is nog iets van een portret of een landschap te herkennen.
