Kunstmakelaardij Metzemaekers
Op deze pagina vindt u een overzicht van kunstenaars waarvan u op deze site meer informatie kunt vinden.

Neer, Eglon van der

Amsterdam, 1634 - Düsseldorf, 3 mei 1703

Biografie: Eglon van der Neer

Eglon Hendrick van der Neer (Amsterdam?, ca. 1635/6  - Düsseldorf, 3 mei 1703) was een Nederlands kunstschilder. Hij werd bekend door portretten in de stijl van Caspar Netscher, gezelschapsstukken in de stijl van Gabriël Metsu, historische, mythologische en religieuze scènes en later geromantiseerde landschappen, een thema waarmee ook zijn vader Aert van der Neer bekend werd.

Waar en wanneer Van der Neer precies geboren is, is niet bekend, maar in 1659 geeft Eglon bij zijn huwelijk in Rotterdam op 26 jaar oud te zijn. Volgens Arnold Houbraken stierf Van der Neer in 1703 op zeventigjarige leeftijd; hij noemt echter als geboortejaar 1643. Op zijn gezag geven Wagenaar en Stijl in hun terugblik op de Gouden Eeuw ook het geboortejaar 1643. Van wie Van der Neer zijn kunstenaarsopleiding genoot, is evenmin bekend. Hij werd waarschijnlijk eerst door zijn vader Aert in het schildersvak onderwezen. Later zou hij schilderlessen bij Jacob van Loo hebben gevolgd, toen een vooraanstaande figuurschilder van Amsterdam.

Nadat hij zijn opleiding rond 1654 bij Van Loo had voltooid, trok hij naar Orange (Vaucluse) in Zuid-Frankrijk, waar hij in dienst trad van de gouverneur, Friedrich von Dohna. Hier verbleef Van der Neer drie of vier jaar, waarna hij eind 1658 terugkeerde naar Amsterdam. In Schiedam trad hij op 20 februari 1659 in het huwelijk met Maria Wagensvelt, de dochter van een welvarende Rotterdamse notaris. Op 15 februari 1660 doopten zij hun eerste zoon Aert, vernoemd naar Eglons vader, die eveneens schilder zou worden. Volgens Houbraken zouden hierna nog vijftien kinderen volgen.

In 1663 of 1664 verhuisde het gezin Van der Neer naar de geboortestad van Wagensvelt, waar de familie tot 1679 zou blijven wonen. In Rotterdam werd Adriaen van der Werff in 1671, toen pas twaalf jaar oud, een leerling van hem. Hij wordt tevens als enige leerling vermeld en Van der Werff zou vijfenhalf jaar bij Van der Neer in de leer zijn.

Na de dood van zijn eerste vrouw in 1677 verhuisde Van der Neer in 1679 naar Brussel, waar hij in 1681 in het huwelijk trad met de miniatuurschilderes Marie du Chatel, een dochter van de kunstenaar François du Chatel. Uit dit huwelijk zouden tot de dood van Marie negen kinderen volgen. In Brussel onderhield Van der Neer een goede vriendschappelijke band met de gouverneur van de Zuidelijke Nederlanden, de markies van Castanaga.

Op 18 juli 1687 werd Van der Neer benoemd tot hofschilder van de Spaanse koning Karel II. Twee jaar later schilderde Van der Neer, nadat de vrouw van Karel II was overleden, een van de huwelijkskandidaten, Maria Anna van Beieren. Hij werd in 1689 in zijn geboortestad Amsterdam waargenomen, wat er op wees dat hij zich niet continu in Brussel begaf.

In 1695 kocht Johan Willem van de Palts, toen hij door Nederland reisde, een schilderij van Van der Neer in Rotterdam. Kort daarop nam hij direct contact op met Van der Neer. In datzelfde jaar lag Brussel onder vuur van Franse troepen en Van der Neer keek uit naar een nieuwe plek om te leven. In 1698 ging hij in op het aanbod van Johan Willem van Palts om zich als hofschilder te vestigen in Düsseldorf. In december 1697 was hij in het huwelijk getreden met de schilderes Adriana Spilberg, de weduwe van de schilder Willem Breekvelt. Dit derde huwelijk bleef kinderloos.

Lees verder
Werken in het archief (2)