Woonde en werkte in Haarlem, ca. 1902-1903 Den Haag, Amsterdam tot 1908, daarna Blaricum. Heeft ook in Brabant en Drenthe gewerkt. Leerling van de Kunstnijverheidsschool te Haarlem. Was aanvankelijk in opleiding voor machinist, ging echter op zijn 21ste jaar in de kunst. Begon als decorateur (plateelschilder) bij Rozenburg, Gouda en "De Distel " Amsterdam. Dat Jansen het in de plateelschilderkunst niet slecht deed bewijzen de vele onderscheidingen die hij daarvoor kreeg. Hij schilderde,en tekende landschappen, stads en strandgezichten in de trant van de Haagse School. Jansen ontwikkelde een eigen herkenbare impres- sionistische stijl, zijn werk was en is gezocht. Was o.m. lid van 'Arti et Amicitiae' te Amsterdam en van de Haagse Kunstkring. Werken in diverse musea o.a. Singermuseum Laren, Zuiderzeemuseum te Enkhuizen. Literatuur: Pieter Scheen, Luns, Lurasco, Mak van Waay, Plasschaert, Van Hall I, Waller.