Kunstmakelaardij Metzemaekers
Op deze pagina vindt u een overzicht van kunstenaars waarvan u op deze site meer informatie kunt vinden.

Boot, Henri Frederic

Maastricht, 8 februari 1877 - Haarlem, 3 maart 1963

Biografie: Henri Frederic Boot

Henri Frédéric Boot was een Nederlandse kunstschilder die het overgrote deel van zijn werkzame leven in Haarlem woonde. Hij gold als de nestor van de Haarlemse School van de twintigste eeuw en maakte deel uit kunstenaarsvereniging De Brug. Tot zijn leerlingen behoorden onder anderen Kees Verwey, Jules Chapon, Rob Clous en Louis Ferron.

Voordat Boot zich in 1907 vestigde in Haarlem, woonde en werkte hij in Breda, Rotterdam, Nes op Ameland, Spaarndam en Amsterdam. Boot was een afgestudeerd classicus, en betrok een huis op Klein Heiligland en verhuurde kamers, o.a. aan Anton Heyboer. Zijn oeuvre bestaat uit portretten, stillevens, interieurs en landschappen, geschilderd in een tonale stijl, onmiskenbaar schatplichtig aan de negentiende eeuw. Boot ging niet mee met het modernisme. Zijn werk, dat behalve olieverfschilderijen en aquarellen ook tekeningen, litho's en houtsneden omvat, is opgenomen in verschillende collecties, waaronder die van het Frans Hals Museum in Haarlem, het Gemeentemuseum Den Haag, het Singer Museum in Laren en de Rijkscollectie. Boot overleed op hoge leeftijd te Haarlem in 1963. Ondanks zijn oorlogsverleden werd hij, bij wijze van postuum eerbetoon, opgebaard in de Renaissancezaal van het Frans Hals Museum. Zijn graf is te vinden op Westerveld.

Hoewel Boot een collaborateur was, en een expositieverbod van zeven jaar aan zijn broek kreeg, bleek de Haarlemse culturele en politieke elite na de oorlog bereid zijn verleden toe te dekken. De ene eretentoonstelling volgde de andere op. Op zijn 85ste verjaardag in 1962 werd hij zelfs uitgebreid bejubeld en gehuldigd in de Vishal, waarbij burgemeester Cremers hem 'een van de geestelijke steunpilaren van Haarlem' noemde. De houding van de stad veranderde pas toen de directeur van het Frans Halsmuseum, Derk Snoep, in de aanloop naar een overzichtstentoonstelling in 1998, aandrong op een publicatie waarbij 'het politieke verleden van Boot niet opnieuw onder tafel zou worden geschoven'. Tegelijk met de expositie verscheen een boek over Boot, geschreven door kunsthistoricus Michael Huig, dat duidelijkheid verschafte over het verleden van de Haarlemse schilder.

Al in 1937 reisde Boot naar Duitsland waar hij in München de beruchte tentoonstelling Entartete Kunst bezocht, een verzameling van alles wat in de ogen van de nazi's afkeurenswaardig was. De inval van de Duitsers in Nederland, enkele jaren later, werd door Boot enthousiast begroet. Volkomen vrijwillig trad hij in 1941 toe tot de Kultuurraad, een adviescollege van de bezetter, ingesteld door rijkscommissaris Seyss-Inquart. Op aandringen van Boot trad de Haarlemse kunstenaarsvereniging Kunst Zij Ons Doel (KZOD) toe tot de Kultuurkamer, wat de uitsluiting van de Joodse leden tot gevolg had. Na de oorlog kreeg de Boot als straf een expositieverbod opgelegd van zeven jaar. Daarmee was hij de zwaarst gestrafte collaborerende beeldend kunstenaar van het land.

Lees verder
Werken in het archief (17)