Kunstmakelaardij Metzemaekers
Op deze pagina vindt u een overzicht van kunstenaars waarvan u op deze site meer informatie kunt vinden.

Bies, Henk [6 ]

1928 - 6 augustus 2006

Biografie: Henk Bies

Over zijn leven en werk verscheen op 6 september 2003 een artikel in Eindhovens Dagblad. Het werd geschreven door Rob Schoonen. 'Dood klinkt zo definitief'. Zaterdag 6 september, Hij is 75 geworden; de kanker lijkt overwonnen en de zin om te schilderen is weer helemaal terug. In zijn thuishonk in Aarle-Rixtel is een overzicht van zijn werk te zien. Een gesprek met de eeuwige optimist Henk Bies, over muziek, soldaten, een bijzondere boom, de dood en - natuurlijk - schilderen.

De vespers van Rachmaninow denderen door de galerieruimte. Het Russische koor wurmt zich door de te kleine boxen van de geluidsapparatuur. Praten is onmogelijk, maar dat hoeft ook niet. Eventjes dan tenminste, want praten doet Henk Bies nu juist heel erg graag. Misschien wel net zo graag als schilderen en tekenen, en vergeet vooral ook het zingen niet. Hij is 75 jaar geworden, die geboren en getogen Aarle-Rixtelnaar, en dus hangt er een overzicht van zijn werk in het thuishonk van de Biessen.

Het werk van Rachmaninow blijft nadrukkelijk aanwezig, maar wel zó dat we kunnen praten. Maar dan nog luistert Bies meer naar de gezangen dan naar de vragen van de verslaggever. Pas nadat ik de volumeknop - bijna tot verbijstering van de schilder - heb teruggedraaid tot fluisterniveau, vinden de vragen gehoor. 'Ja, ik heb nu eenmaal iets met muziek en zeker nu. Ik ben altijd al een zanger geweest hoor, dat heb ik van mijn moeder. Die zong ook altijd...'

Henk Bies is opgelucht en blij, als we praten. Eerder die week klonk de baardige schilder eerder bedeesd. Maar nu is het gesprek met de specialist achter de rug en blijkt de kanker zo goed als overwonnen: 'Dat was een opluchting - dat kun je je niet voorstellen. Van de dokter begreep ik dat ik er zeker nog zo'n vijf of tien jaar bij kan doen. Nou, dat ben ik dan ook zeker van plan.'
'Nu ben ik weer helemaal 'los', ik kan weer aan schilderen denken; wìl ook graag weer aan het werk. Een tijdje geleden viel dat helemaal niet mee - kon ik nergens anders dan aan die 'draak' denken. Maar die blijkt dus overwonnen.'
Of hij er iets van heeft geleerd, was de vraag. 'Ja, natuurlijk, anders ben je verkeerd bezig. Wat ik heb geleerd is dat ik nog meer mens ben geworden, en ook het besef dat je 'rijker' bent... En, maar ik weet niet goed hoe ik dat moet zeggen... Dat je heel goed in staat bent hulp te bieden aan anderen die hetzelfde hebben. Dat klinkt gelijk zo verheven, maar zo bedoel ik dat helemaal niet. Je doet dat bijna als vanzelf, omdat je dat zo voelt... Begrijp je?'

Museum

Zo'n 25 jaar geleden bouwde Henk Bies samen met zijn zoon Marc een museum. Pal naast het huis. Het eigenhandig gerealiseerde gebouw biedt daarnaast ook nog eens onderdak aan zijn atelier. In de presentatieruimte worden geregeld exposities gehouden van verwante kunstenaars, maar nu zijn er circa honderd schilderijen en tekeningen van de man zelf te zien.

Het overzicht toont de vele kanten van Bies. Gedurende zijn lange loopbaan heeft hij vele stijlen gehanteerd. Daarbij steeds zijn hart volgend. En in de begintijd welhaast als vanzelfsprekend kijkend naar hetgeen zijn vader, Marinus, deed. Want ook die was kunstschilder. En dus schilderde ook Henk in de jaren vijftig op een manier die de verregaande invloed van Van Gogh duidelijk maakt. In het huidige overzicht is bijvoorbeeld een houtskooltekening van een Brabantse boerin opgenomen die die invloed duidelijk weergeeft. In het decennium daarna gaat zijn voorkeur uit naar abstract werk waarin religieuze thema's aan de orde worden gesteld. Maar later, onder meer na een relatief kort verblijf in Brugge, keert Bies op zijn schreden terug naar 'zijn' Brabant en een herkenbare, expressieve verbeeldingswijze. Het grote doek 'Mollenvangers bij dooiweer' uit 1979 ('Dat is zo'n beetje mijn Nachtwacht', aldus Bies) is daar een goed voorbeeld van. Maar de muziek blijft boeien; zelfs de vespers van Rachmaninow worden in olieverf vereeuwigd en dat gebeurt dan weer op een geheel abstracte manier. De vertikale kleurbanen lijken wel een still uit een digitale film. En laatst heeft hij Pavarotti 'gedaan'; in houtskool: 'Je moet dat doen als je je goed voelt - zo simpel is dat. Callas - ook al zo'n grote kunstenaar, die ga ik beslist ook nog eens tekenen.''

Zware doeken

In 1998 maakt hij werken als 'Doodsbericht' en 'Grafbloemen', dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Zware doeken zijn dat, niet alleen vanwege de thematiek en de vele lagen verf, maar ook door het koloriet: zwart en paars wisselen elkaar af. Het doet in de verte denken aan een van de vroegste schilderijen die Bies heeft gemaakt: 'Knekelhuisje', uit 1947. Een klein doek waarop centraal een bouwsel staat dat wel iets wegheeft van een kapelletje. Het is helder verlicht en er staat een doodskist in. Vóór de kapel staat - in de schaduw - een aantal figuren: 'Ja, daar sta ik zelf ook bij, dat kwam toen zo uit...'

Of hij iets met de dood heeft, eigenlijk heel zijn leven al niet? Op die vraag is het even stil en kijkt de 75-jarige bedachtzaam naar zijn sterke, knoestige handen die eerder kunnen worden toebedacht aan een beeldhouwer dan aan een schilder: 'Misschien wel ja, maar met het woord 'dood' ben ik het niet eens. Dat klinkt zo verrekte definitief en daar geloof ik niet in. Ik geloof oprecht dat er zoiets is als een macht over of boven de mensheid en dat de geest wel degelijk hier blijft. Hoe of in welke vorm weet ik niet precies, misschien wel in je kinderen of de bomen, weet ik veel... Maar hoe dan ook zit dat in mijn schilderijen - dat staat vast.'

Kloosterling

'Eigenlijk ben ik een soort kloosterling of een apostel... Och, eigenlijk zweef ik een beetje door het leven. Weet je waar ik laatst aan dacht? Aan de oorlog, toen er hier in deze straat Russische gevangenen lagen - op transport ergens naartoe. En dat die naar onze keukendeur kropen en daaraan begonnen te krabben... In de hoop dat ons moeder de deur open zou doen en ze wat eten zou geven. Wat ze natuurlijk deed, ondanks de aanwezigheid van de Duitsers. Dat geluid, van die tikkende en krabbende vingers... Kortom, ik ben ongelooflijk blij dat ik leef en denk daarom wel na over de dood.'

Die term 'kloosterling' blijkt niet helemaal uit de lucht te vallen. 'Als jong menneke ben ik al eens zwaar op retraite geweest. In een klooster in de buurt van Venlo. Dat waren heel goede paters die daar werkten; veel stilte en rust. Waarom ik dat deed? Om me innerlijk te verrijken, dat heb ik altijd al gehad. Veel gezongen in de kerk, liefst Gregoriaans en ook veel gebeden. Doe ik nog. Dus als nu de klokken van ons kerkje beginnen te luiden, dan heb ik accuut die gevoelens weer - en realiseer me heel scherp dat er een macht is over ons allemaal... Wist je overigens dat de klokken onlangs prima zijn gerestaureerd? Prachtig klinken ze weer.'

Herinneringen

Hij heeft zo'n beetje alles in zijn naaste omgeving wel geschilderd, maar de door hem vaak aangehaalde moeder en ook zijn vader zie je op geen doek of blad terug. Waarom?
Bies: 'Dat heeft alles met je geestestoestand te maken. Ik moet 'voelen' dat ik vader of moeder moet schilderen... Dat moet recht uit het hart komen. Overigens heb ik pa wel eens geschilderd, maar dat heb ik later overgeschilderd, het was niet goed genoeg; dat moest op een hoger niveau. De grootsheid van het leven - heel kenmerkend voor hem - zat er niet in. Overigens heb ik wel hun grafstenen gemaakt. Maar portretten, nee. Maar die komen er zeker nog eens een keer...'

Hij heeft heel warme herinneringen aan zijn moeder. 'Zij is ook het eerste beeld dat ik me kan herinneren; haar hoofd boven mijn wieg. Ze kwam uit een arbeidersgezin - stom woord trouwens - maar was ongelooflijk breed denkend. Te weinig school gehad, helaas, maar dat merkte je eigenlijk aan niets. Ze zong altijd - wij hebben het dus niet van vreemden... - en wist de armoede weg te cijferen. Mensen kwamen dan ook heel graag op bezoek, een beetje een zoete inval was het hier, allemaal dankzij moeder. Zelfs pelgrims die hier naartoe trokken wisten dat er bij ons thuis een (buiten-)toilet was. Zei moeder: 'Ik kan die mensen toch moeilijk langs de weg laten...' Zo stak zij in elkaar.'

Huwelijk

'Ik heb me later gerealiseerd dat ik vrijwel alles te danken heb aan dat fantastische huwelijk. En daarom voel ik me hier buitengewoon thuis - het is echt m'n meest dierbare plek. Dit huis, het atelier, het kapelletje hier tegenover. En het dorp zelf is ook nog niet helemaal verknald, er is hier nog sprake van, hoe noem je dat nu weer..., ehhh, Brabantse waarachtigheid, dat is het. Dat bindt mij aan deze plek.'
Bies zwijgt weer eventjes en blikt dan plots omhoog; 'Hé, hoor je dat? Het is gaan regenen, na al die weken droogte! Dat zal wel komen omdat wij zo'n fijn gesprek hebben; het is een zegen van boven zullen we maar zeggen. Of is dan de monnik weer aan het woord?'

Hij vindt nu weer 'alles de moeite waard'. 'Ik heb het breed en ben gelukkig, zonder al te veel geld trouwens maar dat maakt niet uit. Ik schilder weer en teken, en luister muziek.' En zo nu en dan mag hij graag onder de zeldzame metasequioa-boom in de tuin gaan zitten 'om na te denken'. 'Daar voel ik me buitengewoon veilig.' (tekst: Rob Schoonen).

 

Lees verder
Werken in het archief (2)