Kunstmakelaardij Metzemaekers
Op deze pagina vindt u een overzicht van kunstenaars waarvan u op deze site meer informatie kunt vinden.

Afrika, Smeedijzer

Het gehele continent, Alle eeuwen

Biografie: Smeedijzer Afrika

Waarom zou je een boek over Afrikaans ijzer maken? Er zijn veel voorwerpen om te verzamelen en te beschrijven en er is al veel over Afrikaanse kunst gepubliceerd. In 1992 verscheen het boek Fer Noir van Andre Blandin. Het boek geeft een interessant overzicht van de ijzersmeedkunst in Afrika. Het simuleerde mij om mijn verzameling Afrikaans ijzer verder uit te breiden. Het boek van Blandin is niet meer verkrijgbaar. Het bevat vele zwart-wit afbeeldingen. Maar de vaak prachtige patine van de ijzeren sculpturen en sieraden is  de moeite van het in kleur afbeelden waard. Daarom onder andere dit boek. De inspiratie is behalve de schoonheid van het materiaal  ook de rol die de maker van het ijzer in de gemeenschap speelt. De smid als middelaar. Als degene die met zijn werk symbolisch de ruimte vult tussen wat mensen zijn en wat ze willen worden.

Veel gebruiken en rituelen en de daarbij horende voorwerpen en beelden zijn aan het verdwijnen of zijn al verdwenen. Dat is wellicht te betreuren, hoewel het ook de realiteit is. Het is overigens niet alleen een verschijnsel van de Afrikaanse culturen. Ook in Europa zien we dat rituelen en oude gebruiken rond het geloof verdwijnen. Nog niet zo lang geleden waren de huizen van katholieke gezinnen gevuld met heiligenbeelden, droegen de kinderen een scapulier op hun ondergoed, hing in de slaapkamers een wijwaterbakje en we jaarlijks een vers buxustakje gehaald voor het kruisbeeld, een askruisje voor het begin van de vasten, of de Blasiuszegen (twee gekruiste  kaarsen tegen de keel) ter voorkoming van stikken door graten. Nog altijd steken -ook afvallige- gelovigen op vakantie in mooie kerken een kaarsje op bij  Maria. 

Ik heb geen lokaal onderzoek gedaan. Dit boek is het resultaat van 40 jaar gesmeed Afrikaans  ijzer verzamelen en de daarover verschenen relevante publicaties die in de literatuurlijst worden genoemd. Uit deze publicaties blijkt dat de kennis over de techniek en met name over de symboliek van de ijzeren voorwerpen zo goed als verdwenen is. Dat is de reden waarom ik me voor de informatie beperkt heb tot wat bekwame onderzoekers erover geschreven hebben. Deze informatie heb ik gebruikt om de betekenis van de diverse beelden en voorwerpen uit mijn collectie te achterhalen.  n lokaal onderzoek gedaan.

The origin of iron
Ijzer in Afrika

Er zijn vele ertsen die al duizenden jaren in gebruik zijn. Goud en zilver, koper, tin en daarmee ook brons dat een verbinding is van koper en tin kennen een rijke historie. Ijzer wordt relatief laat als bruikbaar erts ontdekt. Dat heeft te maken met het feit dat ijzererts slechts onder zeer hogere temperaturen te verwerken. Koper kennen we al rond 5000 voor Christus, goud is nog ouder.

Brons en goud zijn betrekkelijk zachte metalen. Geschikt voor vaatwerk en sieraden, maar niet voor werktuigen en wapens.

Het zijn met name de vernieuwingen en verbeteringen in de bronstechnieken die het winnen en verwerken van ijzererts op den duur mogelijk hebben gemaakt. Het ijzererts werd ook niet als erts herkend omdat de ijzerdelen omgeven waren door slakken en sintels. Het kwam dus moeizaam vrij. De eerste ijzeren voorwerpen die we kennen zijn sieraden. Uiterst schaars en daarom toen zo kostbaar als goud. Pas rond 1400 voor Christus is er sprake van een serieuze ijzerproductie die in grotere ovens die langer aan konden blijven tot stand kwam. De Armeniërs worden door de Grieken gezien als de eersten die de nieuwe ijzer techniek beheersten. Zij ontdekten dat door voortdurend behameren bij roodhitte een hard ijzer werd verkregen door plotselinge afkoeling.

           

De Phoeniciers brachten het ijzer naar  Afrika waar de kennis van het ijzersmeden zich verspreid heeft. De Berbers en de Libische stammen moeten de techniek van hen hebben afgekeken.

Na 1200 voor Christus begint de macht van het Hethietische Imperium door voortdurend invallen van stammen af te nemen. Uiteindelijk weten de Assyriers  hen enkele eeuwen later te verslaan. Ze zullen de kennis van het ijzer hebben verkregen door hun vakbekwame smeden te ontvoeren. De strijd had mede doordat de Hethieten allang beschikten over ijzeren wapens zo lang moeten duren. De Assyriers vestigen zich in het Nijldal. De Egyptenaren zullen het brons lang trouw blijven, maar vanwege afname van het erts en voldoende hout werd dat geleidelijk minder. Ijzererts en hout was er ten zuiden van het Nijldal in overvloed. Voordat er tot het smeden kon worden overgegaan moest eerst het ijzererts omgevormd worden tot smeedbaar ijzer. Rond 500 voor Christus ontstaan de smeltovens, waarvan er in heel Afrika in de loop der eeuwen duizenden zullen worden gebouwd.  De Koesjieten die de techniek van het ijzer winnen en ijzer smeden van de Assyriers hadden geleerd, brachten die kennis over  naar Meroe.  In  Meroe ontwikkelt zich 300 jaar voor Christus een levendige ijzerindustrie tot circa 100 na Christus. Ijzer is het nieuwe materiaal. M Toen nog sterk genoeg voor de strijd.nsben.ogere.r de landbouew te maken.hniek van henet ijzer waren sterke wapens te smeden, waardoor het ijzer macht vertegenwoordigde.  Als  Meroe in verval raakt neemt de stad Aksoem deze positie van ijzercentrum over. Vervolgens verspreid de ijzerproductie zich via Noord Afrika via de Soedan naar midden Afrika. Rond 1100 is er in midden Afrika met name in Congo een levendige ijzerproductie. 

Bijna heel Afrika heeft een zeer ijzerrijke bodem getuige de rode en bruine aarde die er overal is. Er is dus voldoende erts voorhanden om ijzer te smelten.

De oudste voorwerpen van ijzer die in Afrika zijn aangetroffen waren sieraden, geen gereedschappen. Ijzer was zeer schaars en dus  waardevol. Brons en koper kon men al rond 3000 voor Christus verwerken. Pas rond 1400 voor Christus komt de ijzerverwerking op gang. De Armenen zouden het ontdekt hebben en het na hun onderwerping aan de Hethieten hebben overgedragen. De Armenen verstonden het smeden, waardoor ijzer harder werd dan brons. Door het afschrikken, het koelen van het verhitte ijzer ontstond de staalstructuur.

     

Oude grafvondsten waarin ook ijzeren voorwerpen zijn aangetroffen maken soms een redelijke datering mogelijk. In Ibgo Ukwu in Zuid Oost Nigeria werd rond 1960 een graf ontdekt uit de 9e eeuw na Christus  waarin naast bronzen voorwerpen ook sporen van ijzeren voorwerpen zijn gevonden en twee ijzeren bijlen. 10 jaar later werden ijzeren voorwerpen aangetroffen in graven bij de Kasala Zee in zuidoost Zaire. In deze graven die rond 1200 na Chr stammen werden diverse ijzeren sieraden aangetroffen. O.A. een armband en ijzeren hangers. Ook giften voor de doden als ijzeren haken , messen, ceremoniële bijlen, speerpunten en ijzeren bellen worden naast vele andere sieraden van koper en glas en keramische voorwerpen aangetroffen. (zie pag 21 kissypenny und manilla)

Uit de grafvondsten blijkt weliswaar dat ijzer als sieraad schaars voorkomt. Koper treffen we veelvuldiger aan. Ijzer is het favoriete materiaal voor gereedschappen.

Vanaf 1600 toen de zeescheepvaart op gang kwam werd er ook Europees ijzer in Afrika ingevoerd. In Senegal bijvoorbeeld was er een levendige ruilhandel met de Europese kooplieden. Vooral de gebruiksvoorwerpen waren in trek: haken, messen speer- en pijlpunten, bijlen. Ijzer kreeg waarde als betaalmiddel. In west en centraalafrika kregen ijzerstaven  

die functie.  Het was vervolgens de Afrikaanse smid die ze diende te verwerken tot gereedschappen of statusvoorwerpen. Vanaf dat moment zal ook het smelten van het ijzererts in de ovens afnemen, omdat het materiaal op een gemakkelijkere manier voorhanden is. In de de 19 e eeuw was er nog een levendige ijzerindustrie in Afrika. Geleidelijk aan nam deze af in de 20 ste eeuw, omdat moderner methoden in Europa de productie overnamen. Ook het meer in trek komen van andere vormen van geld dan ijzerstaven en wapens heeft met die verandering te maken.  In Ivoorkust hebben de Senufo het smelten nog tot in de vijftiger jaren volgehouden. 

God schiep de mens uit klei en de antilope uit  ijzererts. De antilopen hoorden bij de smeden. Met hun stampende hoeven veroorzaakten ze de vonken voor het vuur. De antiloe draagt de kennis aan voor de smid en beschermt de nieuwgeborenen. De ijzeren hangers en armbanden zijn verbonden met de antilope. De antilope vormt ook als symbool de plattegrond van de smidse. Tyi wara verbindt de mens met hemel en aarde, met planten en dieren de smid maakt zijn maskers en de hoe, de hak. De hak die de vorm heeft van het antilope masker. Het antilope masker is het masker van de begrafenissen, het verbindt de dood met de wedergeboorte.  

Een ander scheppingsverhaal van de Bakuba gaat uit van Bumba. Nadat hij bij het braken de diverse dieren en ook de mensen heeft uitgekotst, ontlast Bumba zich van een grote steen. Omdat de mens bereid is zijn uitwerpsel te vereren beloont hij de mens door hem te tonen hoe hij erts uit de steen kan winnen.

De macht van de smid
De delver, de smelter, de grofsmid en de fijnsmid.

Het beroep van smid was verbonden met een kaste. Bij sommiige stammen zoals de Kuba in Kongo was het beroep verbonden met het koningschap. Ook in Gabon was het de chief die de smid was, een functie die van vader op zoon overging. Bij de yorouba is de god Ogun de smid, de koning, de strijder en de jager. Huwelijken of relaties met leden van een lagere orde waren strikt verboden. Het was ook een beroep dat uitsluitend door mannen kon worden uitgeoefend, tenzij het het verzamelen van bovengronds ijzererts betreft en de bereiding van houtskool, nodig voor het smeltproces. De smid is ook degene die de besnijdenis verzorgt, de vrouw van de smid is vaak vroedvrouw. De oven van de smid is vaak versierd als een vrouw. De stookopening symboliseert de vulva en op de schacht van de oven zijn  borsten aangebracht. Zowel in West als in  Centraal Afrika treffen zijn deze ovenvormen aangetroffen, zij het vaak in restanten omdat er veel verloren is gegaan.

Het blaasmechanisme, de blaasbalg van de oven kenmerkt mannelijke symbolen, de blaaspijp wordt gesymboliseerd als penis, de beide balgen als testikels.

De voorbereidingen voor het smelten moeten worden getroffen met volle maan. Het smelten zelf vindt pas plaats bij nieuwe maan. Soms gaat het met offers gepaard, een zwangere geit, een teef, een haan en gebeden tot de voorouders, ook worden kruiden toegevoegd, waarvan een vruchtbare werking wordt verondersteld. De werkplaats wordt beschouwd als een heilige plaats. Het bouwen van de oven mag absoluut niet gezien worden door vrouwen. Ook tijdens het smelten is het verboden terrein voor vrouwen. Het voedsel voor de smelter wordt gedurende de vier dagen gebracht door jongens. De smelter mag tijdens het smeltproces geen sexuele contacten hebben, zelfs niet  met anderen die dat hebben. Ook menstruatie wordt gezien als een enorme bedreiging voor het mislukken van het smeltproces. Het smelten zou ook gevaarlijk zijn voor de vrouw zelf: haar menstruatie zou niet meer ophouden en ze zou onvruchtbaar worden. Er is voor de Afrikaan ook overeenkomst tussen de foetus en het ijzer omdat beide gaan over transformatie die door warmte tot stand komt. Daarom ook de parallel van de vrouw en de oven: in de kookpot komt de transformatie tot stand van het ruwe, het harde in het zachte. 

 Het ritueel van het smelten gaat ook gepaard met spreuken zoals:

“Laat er goed ijzer geboren worden’, de stemmen moeten het hart van de smelter raken, anders komt er ijzer uit dat niet goed klinkt. De woorden werden begeleid door muziek en dans. Vooral muziek is belangrijk tijdens de etmalen van het bedienen van de blaasbalgen. Bij de Mafa in Cameroen was zingen gecombineerd met harpspel een voorwaarde om goed ijzer te verkrijgen. De liederen die erbij gezongen werden hadden een expliciet erotische strekking. In de oven vindt de copulatie plaats tussen aarde en vuur, de smid verzorgt de geboorte. De oven is de barende vrouw.    

  

De smid verkeerde  in een bijzondere positie. Dat hij de macht had over de brokken steen. Hij kon uit het erts het ijzer winnen en dat vervolgens opnieuw transformeren, smeden tot werktuigen en wapens. Dat gaf hem een groot aanzien. Dat ging verder dan het nut dat zijn producten voor de landbouw en ook de verdediging hadden. Het gaf hem de status van priester, van de bemiddelaar tussen het aardse en het hogere, tussen de levenden en de doden , die het geheimzinnige materiaal uit stenen vloeibaar wist te maken. Hij levert de hak en de speer. Het beroep moet zich door overerving van kennis steeds meer ontwikkeld hebben. Blijft de geheimzinnigheid rond de smid en daarmee de dubbelheid: enerzijds bewonderd maar ook gevreesd. 

Hij is ook degene die de besnijdenis uitvoert en daarmee de initiatie van de jonge volwassenen regelt. Soms snijdt de smid ook de voorouderbeelden en de maskers die daarop betrekking hebben, zoals bij de Dogon.

In het Mandara gebergte in het grensgebied tussen Noordwest-Nigeria en Kameroen waren de Sukur specialisten in het produceren van ijzerstaven. Deze zogenaamde `dubil`die een lengte hadden van circa 40 cm en een doorsnee van 1,5 cm werden uit ruw materiaal gemaakt. Per dag kon een smid er ongeveer 25 maken.  Behalve als gewoon betaalmiddel waren ze ook zeer geliefd als bruidschat. Tot de jaren zestig van de vorige eeuw hebben ze als betaalmiddel dienst gedaan.

Wat er aan onderzoek is gedaan in de tweede helft van de 20 ste eeuw berust soms op reconstructies of op getuigenissen van jonge mannen of kinderen. De oude praktijken van het smelten en smeden zijn immers zo goed als voorbij.  Hoe betrouwbaar die informatie uit geheugen is, is moeilijk te zeggen. Met de dood van iedere grijsaard verbrandt er een bibliotheek, zei de Hapaté Ba. De gegevens worden schaars. Maar juist omdat de geschiedenis van het ijzerbewerken symbolisch is voor de wijze waarop de Afrikaanse samenleving is opgebouwd en functioneert, is het belangrijk om er onderzoek naar te doen.   

Ijzerstaven komen veel voor. Het zijn kleine staven ijzer die dienen ter verwerking. Bedoeld om er messen speren bijlen en andere gebruiksvoorwerpen van te maken. Waardevol materiaal dus dat daarom ook als geld kan worden aangemerkt. Vooral de hakken (hakbijlen) blijven lang in circulatie als geld. Ook als door de Europese invloeden munten en papiergeld in omloop worden gebracht als betaalmiddel. Nog altijd hebben metalen als goud en zilver geldwaarde , de laatste recent nog de Berbers in de vorm van zware sieraden. De goudvoorraad sowieso nog in de vorm van staven opgeslagen in de nationale banken.

Het smeden

Het aambeeld is de moeder, de hamer de vader. De hamer is ook het lichaam van de Nommo, het aambeeld is de vrouwelijke vorm van de Nommo. Het aambeeld is het belangrijkste, zo niet heilige gereedschap van de smid. Het wordt vererfd van vader op zoon. Voor de Mandara smeden uit Kameroen geldt dit zeker. Het is symboliseert de verbinding tussen de smid en zijn voorouders. Hij is de leider en raadsman. Offer aan het aambeeld worden geacht de kracht ervan te versterken.  

Nadat de hamer gesmeed is wordt hij vaak ingewijd door hem met kippenbloed te besprenkelen. De smid laat de hamer paren met het aambeeld, het wapen schept hij uit aarde en vuur, het wordt onder zijn handen geboren.

Het werk wordt gemaakt met de nyama, de juiste en preciese energie die nodig is voor een goed resultaat, de energie die vrijkomt met de vogelmaskerades en die bindend werkt.

Nyama komt voort uit menselijk handelen en uit het maken van kunst; vertellers, dansers, smeden, ze dienen er de samenleving mee. Zoals ook bij de besnijdenis iets wordt weggenomen, zoals bij het houtsnijden om er iets geheel nieuws uit te laten voortkomen. Ook het smeltproces brengt uiteindelijk waardevolle objecten voort uit ogenschijnlijk nutteloze stukken metaal.  Een goed stuk is jago of jako: kunstzinnig stijlvol. De Mande smid houdt van balans, niet van overdrijving, de stilering, de eenvoud maakt de voorwerpen  krachtig. Het gaat om essentie. Wakker worden is jezelf vinden.      

De betekenis  /de lading

De functies

De belangrijkste rol die ijzer heeft gespeeld is voor het gereedschap. Ook de wapens zijn van groot belang geweest, met name voor de jacht: speren en pijlpunten waren de basis van de voedselvoorziening, evenals de messen voor de landbouw. Het gereedschap, met name de hak ging later een belangrijke rol spelen als betaalmiddel. Ook de menssen werden een belanrijk ruilmiddel bijvoorbeeld als onderdeel van de bruidschat. Het is een van de redenen dat ewr zeer fraaie messen werden vervaardigd, die ook bij ceremoniële  

gelegenheden werden gebruikt.

Als gevolg van de Europese handelscontacten vervaagde de geldfunctie. Ook door de invoer van ijzer werd eigen productie minder noodzakelijk. Het s de reden dat in de tweede helft van de 20 ste eeuw het belang van de smid en zijn werk zal afnemen.

Prachtig gesmede  ceremoniële messen vinden we vooral in Kongo. H.Westerdijk heeft daarvan in zijn boek ijzerwerk van centraal-afrika een voortreffelijk overzicht gegeven. Overwegend zijn de ijzeren voorwerpen in dat gebied vooral gebruiksvoorwerpen, zoals ook muziekinstrumenten en vis- en jachtgerei, haarpennen en mesjes voor besnijdenissen en tatouages. Minder bekend zijn daar ijzerplastieken. Alleen van de Kuba zijn er ijzeren mens- en dierfiguren bekend.

Voor de Mande smid telt het belang van het voorwerp, niet het kunstzinnige ervan. Daarom zijn voor hem ook de mesjes net zo belangrijk als de ijzeren figuren die de Europeaan eerder als kunstvoorwerp ziet. Het mesje is van belang voor de besnijdenis, de inwijding in de wereld van de volwassenen. Ze zijn even belangrijk als de ijzeren sculpturen die hem verbinden met de voorouders.    

Er is niet veel bekend over de ijzeren sculpturen van de Mande. Veel ervan is geheim en men praat er niet over en toont ze niet aan vreemden. Om de voorwerpen meer lading te geven worden ze vaak met offermateriaal bedekt. Ook de toevoeging van antilope horens geven het voorwerp een enorme kracht, een hoog nyama gehalte.

Soms beelden ze ook in ijzer bosgeesten uit die hun weldoeners zijn.

De Mande zijn meesters in speerbladen, in olielampen en in ijzeren vrouwfiguren en ijzeren ruiters.

- wapens

De speerpunten van de Mande smeden waren niet alleen als wapen bedoeld. De vaak rijke versiering getuigt daar al van. Het zijn symbolen van mannelijke kracht. Ze speelden vooral een rol bij de besnijdenis. De speren werden in oorlogen gebruikt tot de geweren ze vervingen. De speren worden niet getoond aan derden. De speren die bij de besnijdenis worden gebruikt zijn altijd gesmeed van traditioneel gesmolten ijzer. Dit omdat daar de meeste nyama in schuilt. 

-gereedschappen

-waardigheidstekens - messen

Het centrum van de werpmessenproductie is het Ubangigebied in Kongo. Behalve als betaalmiddel dienden ze ook als waardigheidstekens voor de ouderen bij ceremonies.

Deze vaak hoogwaardig en kundig gesmede messen speelden ook een rol bij orakelceremonies en bij de magie van de geneeskunde. Ze werden ook aanvaard als compensatie voor misdaden, dood door toverij, echtbreuk, overspel en meineed. Ze dienden ook als grafgiften. Speren en messen vormden  in de  Kongo ook altijd de bruidschat.

Staven

Het maken van een staf is het moeilijkste werkstuk voor de smid omdat het een driedimensinaal object betreft. Op vele staven in West Afrika komen figuren voor.

Ze zijn een teken van de autoriteit van de chief. Als voorouder wordt op de staf vaak een vrouwenfiguur afgebeeld. Ook zijn er staven zoals bij de Ibo waar geen figuren op worden uitgebeeld maar bijvoorbeeld bellen. De Yorouba plaatsen gestileerde vogels op de top van de staven die dienen als emblemen voor herbalist diviners. Een ander type gewijd aan de god Orere heeft een grote vogel aan de top van de staf omringd door klepelloze bellen. Bij de Fon in Benin treffen we staven aan waarop bovenop een platte metalen schijf diverse dier en mensfiguren zijn uitgebeeld. Ze zijn verbonden met en gewijd aan de voorouders en werden vaak in hun schrijnen geplaatst.

Soms is een staf zoals van de Bozo op diverse plaatsen opengewerkt wat een prachtige compositie oplevert. ( zie plaat 62 in Mande Blacksmith en ook eigen exemplaar)

Opvallend is dat de ijzeren staven niet symmetrisch zijn zoals dat vaak wel het geval is bij de houten beelden. Ook de houding van de ijzeren figuren is vaak anders. De handen zijn vaak omhoog gericht of worden gestekt voor het lichaam gehouden, de ledematen en de torso’s zijn ook langgerekter dan bij de houten beelden.

Ook hoeden op de hoofden van de figuren van de staven werden gezien als een toonbeeld van macht en kracht. Dat gold ook voor vrouwfiguren met een hoed op. De hoed werd gezien als de drager van amuletten contact met bush and sorcery mogeljkmaakten.  Zo moeten de taps aan de hoeden van de bamanabeelden gezien worden als krokodillenstaarten en de grote handen als krokodillenvoeten. Krokodillen zijn de boodschappers van het bovennatuurlijke.

Er werd tijdens ceremonies veel geofferd op de ijzeren beelden om ze sterk te maken.

De staven zijn zoals eerder gezegd moeilijk om te maken. De prijs is 5 slaven.

Ten zuiden van de Gambia rivier is het gebied van de Casamance  en een ander oud Mande koninkrijk Kabu geheten.  De Beafada, de Badyaranke en de Fula  hadden een oude traditiie om staven te maken met bronzen toppen. De staf wordt “sono” genoemd.  In de 16 e eeuwse Portugese literatuur worden ze Soninque, Soninka genoemd waar de term sono waarschijnlijk van is afgeleid. Deze met  koper getopte staven waren de waardigheidsstaven van de leiders. De bronzen figuren stellen vaak voorouders voor.

De Mande smid gelooft in de kennis die je moet verwerven om nyama te vergaren en die ook goed te gebruiken. Met training van herkenning van belangrijke verschijnselen kun je zowel de materie als sociale en politieke situaties beïnvloeden en een hoog niveau van nyama bereiken. Dat kan door het maken van nuttige gereedschappen waar de koper ook weer beter werk mee kan afleveren en het kan ook door het bemiddelen in conflicten tussen twee partijen waardoor ze weer verder kunnen. Besnijdenis maakt de jongere tot lid van de volwassen gemeenschap, sociaal en spiritueel. De smid wordt geacht de kracht en de kennis te bezitten om de dingen ten goede te keren.  Hij is een middelaar, zowel in het materiële als in het spirituele. Hij vult de ruimte tussen wat mensen zijn en wat ze willen worden.

Het kaste stelsel verdeelt de mens is drie categorien

1 Scheiding in huwelijken en contacten
2 Verdeling van werk in beroepen
3 Hierarchie in de wijze waarop groepen ten opzichte van elkaar meer of minder voorstellen.

De Mande smid onderscheidt zich van de rest van de bevolking omdat hij het geboorterecht heeft om activiteiten te verrrichten die verband houden met het occulte. Hij behoort tot de speciale kunstenaars, de nyamakala. Hij kan creeren, omvormen. Zonder smid zou de Mande gemeenschap in dire straits zijn. Het is een ambivalente rol omdat alleen de successen van de smid gewenst zijn. In de afhankelijkheid van de bevolking tot de smid schuilt ook een gevaar. Dat maakt het oordeel over de smid van marginaal tot zeer belangrijk. Marginaal omdat men niet graag zijn afhankelijkheid van de smid erkent.

De smid wordt door zijn geboorterecht opgeleid tot kunstenaar.  

Sommige jongeren in Afrika aan wie foto’s werden getoond van het werk van de oude smeden waren er bang van omdat de dingen macht hebben en mensen kunnen verwonden of zelfs doden. Anderen keken er aandachtig en respectvol naar en erkenden wel de waarde ervan. De smeden praatten over de beelden altijd inesthetishce en technische zin. Of het goed was uitgevoerd etc. De smid zelf werd een grotere kracht toegekend, dat hij bij de besnijdenis ook de ziel van de besnedene zelf ook beter maakte, nieuw leven gaf als man, hem in een nieuwe wereld inleidde.                 

-gebruiksvoorwerpen

Olielampen werden vervaardigd door de Mande smid bij de Bambara.  ( zie pagina 28/29 FN en eigen exemplaar) Ze werden cadeau gedaan aan jong gehuwden en speelden een rol bij de gezinsvieringen. Sommige hebben bovenaan een gestileerde mensfiguur, bij andere is de figuur, vaak een vrouw herkenbaarder gesmeed.

De olielampen werden vroeger in heel West- Soudan gebruikt. De Bozo, de Sorko en ook door de Bobo in Burkina Faso.

De Dogonlampen waren eenvoudig met een enkel schaaltje met aan de bovenzijde een naar benenden gebogen haak.  De lamp werd ook bij altaren geplaatst. Bij de Senufo zijn lampen aangetroffen met een groot aantal schalen, die bestemd waren voor de besnijdenisceremonie van de meisjes. De lampen spelen ook een belangrijke rol bij begrafenissen.     

De lampen met evenveel schalen aan de voorzijde als aan de achterzijde zijn het beste; ze zijn in balans.  De eenvoudige lampen zijn voor huisgebruik, lampen met zes schalen worden gebruikt voor bruiloften, lampen met tientallen schalen worden gebruikt voor worstelwedstrijden. Over een eventueel symbolische betekenis van de lampen is niet veel bekend. Het hoofd dient de rede, de onderste delen de passie. De handen steunen het hoofd, ze zorgen voor de controle, de geslachtsorganen symboliseren de potentie, ze zijn niet onder controle van de rede, net zo min als de voeten. De schema’s van de lampen symboliseren soms de mannelijkheid, of houder van de waarheid, of lichaam van de oude vrouw,

De lampen versterken de nyama; ni is het immateriële leven, nya  is de energie die van de ziel komt, de bron van het leven, hij bestaat in het hoofd. Als een persoon sterft gaat hij over in nyama.  Voor de Bamana is de ni een vuurbal in het hart, de vlammen en de hitte vormen de nya. Wat het hart afgeeft is de nyama. Ook wel wordt de ni gezien als de adem en de warmte is die de mens doet leven. Vandaar ook de vergelijkiing met de olielamp, en het licht. Sterven is ook licht dat is gedoofd, warmte die weg is.

Het gebruik van traditionele olielampen is geheel verloren gegaan en zoals overal in de wereld overgenomen door moderne middelen.

   

-muziekinstrumenten

Van de Mande smid is een muziekinstrument bekend dat als trompet wordt gebruikt (zie FN pag 44 en eigen collectie) gebruikt door de leden van de komo inwijding    

( zie Mande Mc Naughton plaat 71).

-betaalmiddelen

Geld is een ruilmiddel. Het vervult die functie als het voor de ander een waarde vertegenwoordigt. Die waarde houdt in dat hij er zijn voordeel mee kan doen. De ijzeren gebruiksgoederen hebben die voordelen. We denken dan aan messen, wapens. Landbouwgereedschappen en sieraden. Tweeledig omdat ze ten eigen nutte kunnen dienen, maar ook ruilmiddel van waarde blijven.

Dubil, ijzerstaven uit  Nigeria en Kameroen, Een ander veelvoorkomend ijzeren betaalmiddel is de hak. Vooral ook als ceremonieel betaalmiddel bijvoorbeeld als bruidschat. Ze dienden vaak alleen dat doel en werden ondanks de mogelijkheid nooit als gereedschap gebruikt.

De Bongo in Zuid Soedan gebruikten ijzer voor dat doel veelvuldig. Maar ook als handelsgeld en Hortgeld. Ze handelden met de DInka en met de Zande. Ook in de Sudan werd de hak als betaalmiddel gebruikt evenals in  het gebied rond  de Tsjaadzee waar een kommavormige hak, Sakania genaamd, daarvoor diende.

In Tsjaad woonden ook de Sara die een heel eigen werpmes als betaalmiddel kenden de zogenaamde ‘kul’. Ze werden gebruikt bij  huwelijk, begrafenissen, bij het aanroepen van de voorouders en de geesten. Tot het eind van de zestiger jaren werden ze gebruikt. Voor een paard werden 100 tot 300 kul betaald, evenveel als de bruidschat.

Ook speren en pijlpunten dienden als betaalmiddel, soms van dun ijzer maar dan met een grote lengte van wel 180 cm, de zogenaamde Liganda. Ook in  Nigeria Kameroen en Kongo kende men speer- en pijlpunten als betaalmiddel.  Daarnaast kende men bijlen en bellen de zogenaamde ‘gunga’ als betaalmiddel.

-sieraden

Bij  sommige opgravingen zijn  grote hoeveelheden ijzeren sieraden gevonden zoals in het gebied rond de Niger. Armbanden, ringen haarpennen, zowel voor vrouwen als kinderen.  Of daaruit zou blijken dat de ijzeren sieraden hoger geschat werden dan de koperen kunnen we slechts gissen. 

-voorouderplastieken

Het smeden van figuren zoals dat bijvoorbeeld bij de staven gebeurd is uiterst moeilijk. Om die reden was het aantal smeden dat daartoe in staat was beperkt. Gereedschappen en wapens kon elke smid maken, fraaie sculpturen waren een specialiteit.  

      

-voorouderbescherming
Voorwerpen van ijzer kunnen ook familiebezit worden, waardoor ze een status krijgen die van belang is bij huwelijken en als erfgoederen. Dergelijke voorwerpen zullen hun praktische gebruikswaarde steeds meer verliezen. Ze krijgen vooral een ceremoniele betekenis.

-fetisch  als attribuut van de priester

-de smid  alias de Binu priester 

Ijzer is in Africa ook altijd verbonden geweest met mythologie. De  smid als oervoorouder van de Dogon is daarvan een belangrijk voorbeeld.

De smid daalde af naar de aarde

De smid stopte allerlei zaden in de hand van de man

De man nam het zaad en stopte het in de hand van de vrouw

De vrouw stopte het zaad in een kalabas

Ze plaatste het op de maalsteen.

Ook goden als Ogun zijn gewijd aan het ijzer. Veel rituele kunstvoorwerpen in Afrika zijn gemaakt van ijzer. De smidkaste is bij de Dogon in hoog aanzien. Er is daarom ook veel gemeenschappelijks tussen de houten beelden van de dogon en de ijzeren. De symboliek, de vormen van de beelden en de tekens zijn vaak dezelfde. Bij de Dogon hebben allle dingen een vorm, een naam en een plek in de wereldorde. De wereld is volgens de Dogon geschapen in drie fasen, bekend als de woorden van de god AMMA. Het eerste was zijn eigen twin, het universum van de dingen. De tekens zijn nodig zodat de mens zich een plaats kan geven in het universum. De NOMMO is de geest, het leven zelf, de derde wereld van AMMA. Bij de Dogon is er eerst een imaginare wereld. De idee van het ding. Daarna in 3 fasen de creatie: de schets in punten, de tekening/ontwikkeling van het ding en tenslotte het ding zelf.

Nageslacht = zaad – foetus - kind

De  Bamana smid is intermediair tussen god en de mens. Hij handelt in energie. Hij is ook de medicijnman, de kruidendokter, hij doet de besnijdenis, hij wijdt de jeugd in het volwassen leven.

Hetzelfde is het geval bij de Dogon smid. Hij is afstammeling van de twin van de Nommo, de schepper van landbouw en techniek. De smid voert ook de rituelen uit om contact te krijgen met de overledenen. Hem worden bovennatuurlijke gaven toegekend. Hij werkt met de elementen: lucht vuur water en aarde. Hij heeft het bloed van de Nommo in zich  

Wat verbonden is met de tweede wereld, de wereld van de schepping, de creatie. De smid is de gene die de oerouders heeft besneden om ze de gelegenheid te geven zich voort te planten. Het is ook de smid die de menbs de spraak heeft gegeven en als eerste over dood heeft gesproken.

De smid kan AMMA vragen het te laten regenen en kan zichzelf in een dier veranderen. Hij hoort bij de dorpsadel en zit naast de hogepriester wiens waardigheidtekens hij heeft gesmeed. Hij is de mediator tussen hedne en verleden, tussen levenden en doden, tussen de gewone en de bovennatuurlijke wereld.

Voor de Dogon is koper verbonden met de zon., water is levenskracht, ijzer is de mannelijke kracht die de vrouwelijke aarde cultiveert. De smid en de Hogon (aarde) vormen de  

Tweede en de derde wereld . De smid slaat driemaal op het aambeeld, het getal van LEBE De eerste slag is de groet aan Yasa, tweeling van water nommo, de tweedeslag is de groet aan valu, de totem antilope, de derde s;lag is om de Bleke Vos  Pale Fox (jakhals?) weg te houden, symbool van de ondergang. Smid en Hogon zijn een dualiteit van de macht.

Hogon is horse and rider, de reincarnatie van Nommo te paard die naar de aarde afdaalt. 

TSJAAD

Sara              

MALI

In Mali treffen we de Dogon aan bij wie de oudste ijzeren voorwerpen zijn aangetroffen, met name die van de Tellem en de Djenne.

Dogon ijzers zijn gestileerder, schrijven in ijzer, de armen ten hemel gericht alsof ze contact maken met de Nommo. Ze drukken de spirituele gebaren uit verbonden met die van de genezer of cultusleider door wie de staf wordt gebruikt. 

De kettingen DUGEI waarin stenen zijn verwerkt die gevonden zijn in de oude graven. De kettingen werden alleen gedragen door de priesters van de LEBE en de BINOU

Vogels van de Dogon, de hanen of de kippen spelen een belangrijke rol in de offergaven om de geesten gunstig te stemmen.

Neksteunen komen voor. Niet duidelijk is of ze werkelijk gebruikt zijn of alleen werden geplaatst in het sanctuarium om de voorouders te eren. (zie Blandin p68)    

De staven uit het Bougouni gebied van de Dogon worden gekenmerkt door een figuur, overwegend een manfiguur aan het boveneinde van de staf. Daaronder zijn  soms opengesmede versieringen te zien of haken die een statusverhogend effect hebben. Ook komen ruiters te paard voor bovenaan de staf, mannelijke figuren dus. De ruiters dragen altijd wapens. Ze symboliseren de voorouderfiguren die hun nakomelingen afstammelingen, beschermen. Ze zijn verbonden  met de cultus van de Dyo (een inwijdingscultus voor de jongelingen). Ze spelen ook een rol in de bescherming van het huis en zijn bewoners en werden om die reden geplaatst bij het huisaltaar.      

Bij de Dogon smeden treffen we een variatie in staven aan. Soms wordt de top gevormd door een opengewerkte kooi waarin zich prachtige stukken amber of gepolijste stenen bevinden.

Er zijn ook staven die aan de top takken hebben met daaraan kleine ijzeren bellen. Soms is middenin deze takken een kleine of grotere speerpunt geplaatst.

Vele ijzeren Dogon  staven kennen aan de top gestileerde figuren. Ze beelden het hoofd en de handen uit, zonder uitwerking van de rest van het lichaam. De handen zijn vaak omhoog gestrekt en zijn soms groter dan de hoofden. Detaillering van het gezicht in ogen neus en mond is er zelden. Soms is er alleen een baard uitgebeeld.

De staven zijn verbonden met de Nommo die direct door god geschapen zijn, of met de oersmid van de Dogon.

De meeste staven hebben behoord aan de genezers en aan de Dogon leiders die lid waren van de sacred cults. Staven horen steeds bij de chiefs maar voor de gewone chiefs zijn het houten staven, geen ijzeren

De ijzeren staven werden geplaatst in het graf van de voorouder- stichter van het dorp. Ook bij de ingang van de huizen werden sommige staven geplaatst als familieleden de voorouders eerden. Volgens Goldwater werden staven soms ook in boomtoppen geplaatst tijdens ceremonies. Ook bij begrafenissen van dorpsoudsten speelden de staven een belangrijke rol. Ze  werden meegedragen in de processie en onder de heilige bana boom geplaatst of in de takken ervan.

Ze werden in het verleden ook gebruikt om het gevaar af te weren. Bijvoorbeeld de troepen die uit de dorpen de slaven wilden halen. De ijzeren staf gecombineerd met een ijzeren speer. De staf werd met de rug naar de naderende troepen gehouden. Zo hoopte men energie op te roepen die de vijand zou tegenhouden.

De wolkenhaken, staven met de gespreide handen, soms ook met hoofden worden voor de tempels geplaatst of op de altaren. De gespreide of omhooggerichte handen symboliseren het verzoek aan NOMMO om de regen te laten neerdalen.  Het verzoek kan ook gericht zijn tot AMMA om bijvoorbeeld een epidemie af te wenden 

Een andere oude smid beweert dat de bellen die aan de staven bevestigd zijn dienen om de geesten te wekken zodat ze de aan hen gewijde gebeden kunnen horen.

Deze staven heten BINOU NOMMO

De staven met figuren met geheven handen zonder bellen heten BINOU NA.

De kleine ijzeren beeldjes heten DIDIGUE, hetgeen kleine wezens betekent. Ze vertegenwoordigen de voorouders. 

Mande        

Het hoogtepunt van de Mande smeedkunst ligt tussen de 17e en 19e eeuw en vooral in de koninkrijken Bambara van Kaarta en van Segou. De Bambara smeden zijn beroemd om hun smeedkunst van mens en dierfiguren. De Bambarasmeden zijn ook de medicijnmannen en vaak ook de makers van de houten beelden, de deuren, de sloten en het speelgoed.

Bamana ijzer hebben meer volume, zitten dichter bij de anatomie, ze zijn naturalistischer. 

BURKINA FASO

Lobi

Mossi

Slanke figuren van ijzer treffen we aan bij de Mossi (Blandin 98 -99) Ook figuren uitgebeeld als landbouwwerkers worden verondersteld van de Mossi te zijn ( zie eigen collectie en Blandin 99) Blandin twijfelt aan de ouderdom mar kiest voor de schoonheid. ( zie ook Blandin 131)

Kettingen met schaartjes zijn ook bij de Mossi gesignaleerd. De vraag is of dit geen Dogon kettingen zijn die daar zijn terecht gekomen. FE

Bij de Mossi treffen we ook ijzeren muziekinstrumenten aan zoals bijvoorbeeld de smalle gong die over de vinger kan hangen. Zie Blandin 102 en eigen collectie. Ze worden gebruikt bij de initiatie rituelen. De foto is van 1978.

Bij de BOBO treffen we een soort wandelstokken, scepters van ijzer aan die met het DWO masker worden gebruikt. Ze lijken ook op ploertendoders, knotsen die gebruikt worden om de mannen te doden die de geboden van de DWO hebben overtreden.  Ook bij de Bobo Fing treffen we dergelijke rituele voorwerpen aan ( Blandin 106)

Bij de Bobo vinden we ook bellen ( Blandin 110 + eigen collectie) die gebruikt worden bij de muzikale begeleiding van de dansen. We vinden bij de Bobo ook grote duimringen die die functie hebben. De tovenaar verteller gebruiken ook belketjes om hun verhalen kracht bij te zetten.

De Lobi smeden regelen de thila, de normen voor de Lobi. Thil is een norm. De smeden bemiddelen tussen de thila en de mensen. Ze regelen het sociale leven, jhet leven van de planten de dieren en de dingen. De werkplaats van de smid is een veilige plaats. Hij beschermt iedereen die daar binnen is. Hij wordt beschermt door de phutil, de thil van de smid.  Ook alle goederen, wapens en messen die zich in de werkplaats van de smid bevinden zijn er veilig. Niemand durft het om daar iets weg te nemen. Het zou zijn dood betekenen.   

IVOORKUST,

Lobi 

Bij de Lobi treffen we veel ijzeren slangen aan. De meeste zijn bedoeld als altaarstukken.  Er bestaan ook slangen in opgerolde vorm de Boa’s.  Slangen worden ook door vrouwen gedragen langs het onderbeen ter afweer van slangenbeten als ze in het veld werkzaam zijn. Dergelijke ijzeren slangen hebben aan de boven en onderzijde een oog om ze met een touw te kunnen bevestigen aan het been.  De slangenvorm van de LOBI ijzers is verschillend en sierlijk zoals de smid dat bepaalt. De Lobi slangen hebben volgens  Schneider altijd een of twee koppen. Meerkoppige slangenijzers zijn van de GAN. Het aantal koppen staat in verband met de mate van bescherming. Slagen van de Lobi met hoorns zijn mannelijk, zonder hoorns zijn het vrouwelijke slangen.  

Bij de Lobi worden ook slangenarmbanden aangetroffen. Of ze gedragen zijn of alleen altaarstukken zijn bedoeld is niet met zekerheid vast te stellen.

De kameleon is een belangrijk ijzeren object van de  Lobi. Er zijn er die gesmeed zijn uit een stuk, dwz dat de poten uit hetzelfde stuk ijzer gesmeed zijn. ( zie eigen exemplaar) Ook zijn er exemplaren bekend waarvan de poten over het lichaam heen zijn aangesmeed.

Lobi kent ook vele mensfiguren zowel staande als in knilende houding. Soms is het gezicht gedetaileerd uitgewerkt. Soms is het slechts een puntig omgebogen ijzer dat het hoofd vormt.

Bij de Lobi treffen we ook halssieraden aan, waarvan niet zeker  is of ze gedragen zijn of bestemd waren voor het huisaltaar. ( zie Blandin 135 en eigen exemplaar) 

Dan

Senoufo

Bij de smeden van de Senoufo zijn vooral de gereedschappen aangetroffen. Ook maakten ze bellen voor de dansen.  Ook zijn er messen en bijlen die als waardigheidstekens dienen.

Ook treffen we bij de Senoufo kleine mensfiguren aan met gebogen armen die smane bijna een cirkel vormen ten opzichte van het lichaam. Het hoofd is weinig uitgewerkt en is vergelijkbaar met dat van de kleine knielende Lobifiguren een omgebogen punt. ( Blandin 149)

Bij de Senoufo vinde  we ook olielampen. Kenmerkend is daarbij de vogel  of vogels die zich boven de schaal bevinden, de zogenaamde Calao.

Er zijn ook armbanden van de Senoufo bekend die van getordeerd ijzer zijn en waarop een buffelhoofd is aangebracht. Soms lijkt het ook een slangenhoofd met hoorns.

Getordeerde armbanden bestaan er ook in diverse lagen. Tweeledig zou met een tweeling verbonden kunnen zijn, drie banden met een drieling.

De Senoufo kennen ook ijzeren muziekinstrumenten waarop met een stok geslagen wordt  (blandin 159) Ook zijn de enkelbanden met belletjes bekend die bij ceremoniële dansen worden gebruikt. ( BLand 160 - zie eigen exemplaar)        

GHANA

Lobi

Volledig getorseerde ijzeren halskettingen kwamen voor in Komaland in Noord Ghana. Eerder lijkt het een object uit Kassena ( zie Blandin 113) 

Ashanti

LIBERIA

Kissi

Het meest bekend is het geld uit Liberia de zogenaamde Kilindi, uit Liberia, Sierra Leone en in Senegal ook wel Kissipenny geheten, omdat de Kissi, ze maakten. Het waren gedraaide ijzers met een platgeslagen bloemvormig uiteinde met een lengte van 25 tot 42 cm. De zeldzamere met een hogere geldwaarde hadden een lengte van meer dan 60 cm. 20 staafjes vormden een bundel. Voor 2 staafjes kreeg je een tros bananen. Voor een koe moesten 100 bundels betaald worden en als bruidgeld 200 bundels van 20 staafjes.

Zie eigen collectie zowel bosje als fraaie losse exemplaren.

TOGO

Moba kent gestileerde ijzeren figuren, zoals die ook van de houten Mobabeelden bekend zijn. Een hoofd met aleen benen, Bij de ijzeren beelden komen vaak ook nog via inkepingen in de torso de armen tevoorschijn. Veel van de Moba ijzers zijn plat. De ouderdom is niet altijd duidelijk en soms twijfelachtig omdat ze van Europees betonijzer gemaakt zijn. Het is dan de vraag of deze beeldjes ooit een rol gespeeld hebben in de MOBA cultus. (Blandin 180 -181) ( zie ook eigen exemplaren)

In dit gebied worden ook de ijzeren fallussen aangetroffen die als muurankers hebben dienst gedaan. De symbolische vruchtbaarheidsfunctie spreekt voor zich. In Togo treffen we ook zoals in vele streken in Afrika klokken en ringen aan die bij de dansen een rol spelen.   

BENIN (voormalig DAHOMEY)

Fon

Asen zijn huisaltaren. Ze komen soms voor in miniatuur, zoals dat voor vele Afrikaanse sculpturen geldt, omdat ze dan als amulet kunne  worden meegedragen. De asen dienen om de voorouders te vereren. Het gebruik ervan voor zover bekend gaat terug tot 1850. Tot 1900 in het prekoloniale tijdperk van Benin werden de asen alleen gemaakt voor de overleden vorst of zijn echtgenote van het koninkrijk Dahomey, die woonden in de hoofdstad Abomey. De daarop afgebeelde figuren getuigen daar ook van, soms in verhaalvorm of zijn of haar naam uitgebeeld in rebusvorm. In het Historisch Museum in Abomey zijn nog altijd een groot aantal van dergelijke asen te bewonderen.  Als vanaf 1900 een einde komt aan het koninkrijk en de koloniale periode onder heerschappij van de Fransen aanbreekt, komen de asen ook beschikbaar voor de bevolking. Bij de Hountondji smeden, die voorheen alleen voor de vorsten werkten, werden er vele besteld ter herdenking van overledenen en van voorouders. In de jaren 20 worden er ook gegoten figuren op de asen geplaatst. Vanaf de jaren 30 zijn ze voor iedereen op markten te koop.  Tot in de jaren 80 zijn er opdrachten gegeven aan smeden om asen te maken ter herdenking van een dierbare overledene.  Tegen het einde van de 20 ste eeuw blijkt onder invloed van het katholieke en protestantse geloof het gebruik van asen sterk afgenomen. De kwaliteit van de meeste asen is dan ook verminderd, mede, omdat er toeristische productie is ontstaan en de asen van vooroudervereringsobject tot souvenir is geworden. De materialen zijn minder kostbaar, aluminium in plaats van zilver of de onbedrukte  zilver- of goudkleurige binnenkanten van conservenblikjes. Er worden in de jaren 80 nog wel door meester smeden in opdracht fraaie asen gemaakt zoals ook blijkt uit het boek van Edna Bay. Het zijn asen waaraan weken gewerkt wordt en die daarom ook kostbaar zijn.     

    

Asen bestaan uit drie delen

De ijzeren staaf variërend van 20 cm tot 1.50 m  met daarop een konische ijzeren vorm asen adalasen, de gesloten en oudste vorm  of een parapluconstructie van staven (asen gbadota) waarop een platte schijf waarop een of meer metalen sculpturen voorkomen. Soms beelden ze een spreekwoord uit in losse vormen als een been of een yam ( zie pag 134 135 Edna Bay)  De meeste asen zijn niet hoger dan 1 meter.  

Op deze platte schijf bevindt zich een tafereel met kleine figuren rond de Dahomey vorst.  

Op de oude Asen zijn het gesmede figuren, soms ook cire perdue figuren van brons. Op Asen van recentere datum zijn de figuren geknipt uit metaal, of soms zelfs uit gebruikte conservenblikken.  ( zie eigen collectie)   

De Asen voorouderaltaren  de troon de Zinkpo

Guedegbe, de koning

De kalebas vertegenwoordigt het mannelijke en het vrouwelijke Mahou en Lisa in de universele eenheid.

Dan-Aidoouedo, de slang voor het universum.

De buffel symbool van kracht

De vogels die de naam van de beroemde vorst verkondigen en hem waarschuwen voor naderende vijanden.

De bomen die zijn rijkdom duidelijk maken

De pijp die zijn adellijke afkomst aanduidt

De kameleon die het mannelijke van de schepping vertegenwoordigt en zich tot de vorst richt. 

Ook komen de antilope en panter etc voor (zie Blandin 190) afbeelding meer bekend in koper in de cire perdu techniek in Ghana. ( zie eigen exemplaar)

Aan de rand van de grote schijf en ook aan de cirkelvormige kleine schijf die zich onder de konische vorm bevindt hangen de zogenaamde togbe, vrij te vertalen als oorbellen. Soms zijn het opengewerkte ruitvormige dunne ijzeren plaatjes, soms hebben ze de vorm van bloemblaadjes. Volgens Paul Mercier hebben ze soms de signatuur van de maker en zijn ze gewijd aan GU de god van het ijzer. Naar mate de kwaliteit van de meeste asen afneemt, is dat ook aan deze, aflefle, de oorbellen  zoals ze dan heten, te zien. Ze  zijn grover van vorm en uit blik geknipt.  De asen van de negentiger jaren zijn explicieter en zijn niet meer gewijd aan een familie; ze zijn voor een individu gemaakt.

De asen verdwijnen uit de Deho. De overledenen worden herinnerd door foto’s, niet anders dan in de westerse samenleving, waar ook de ex voto’s in de kerken in de vorm van verzilverde harten, handen en benen niet meer in gebruik zijn.

Bij de Fon speelt vudun een zeer belangrijke rol. Ze worden vereerd in schrijnen. In het schrijnhuis,  DEHU, treffen we de verzamelde asen aan van de vereerde voorouders. Overigens een verschijnsel dat steeds meer aan het verdwijnen is. De antropologe Edna G. Bay heeft er in de jaren 80 nog talloze aangetroffen, maar recenter onderzoek, beschreven in haar zeer interessante boek Asen , ancestors, and vudun  2008 toont aan dat deze traditie aan het verdwijnen is.   

Aan de asen worden offers gebracht met de sinuka, de kalebas-offerschaal waarin water, bloed of voedsel wordt gedaan dat over de asen wordt uitgegoten. Het is ook een schaal waarmee de gasten welkom worden geheten in het huis van de Fon.  Door de overledenen te voeden zijn ze in staat om de levenden te helpen. Het offeren is een sociale daad, zoals al gesteld werd in 1943  door de Franse onderzoeker Bernard Maupoil.    

Zeer belangrijk is de vudun GU, de god van het ijzer, omdat de asen van metaal gemaakt zijn. De bundel ijzers die het blad van een asen dragen of de konische cylinder wordt de gudjedjo genoemd. De daaraan hangende ijzeren versieringen dienen om zijn macht te versterken. GU is dus de god voor de materie, voor het ijzer zelf.

Het is dezelfde god die we bij de Yorouba aantreffen, de god OGUN, de god van het ijzer, die de weg door het oerwoud mogelijk maakt om geneeskrachtige kruiden te verzamelen.

Bij de FON hebben we de de god Fa, bij de Yorouba de god IFA. De god van de divination. Fa zorgt ervoor dat de geneeskrachtige werking van de asen tot stand komt.

Een bekend beeld van GU bevindt zich in de collectie van het Musee Branly in Parijs.   

Bij de FON de asen, bij de Yorouba de Osanyin ( ijzeren staven), de goddelijke staf waarmee de diagnose gesteld kan worden en de juiste kruiden worden verkregen.  Volgens Bernard Maupoil zijn deze staven in gebruik voor genezing en divination.

De asen die als staf in gebruik zijn, de asen acrelele,  hebben een kleine konische vorm met eventueel een enkele ijzeren sculptuur erop.  Aan de staf bevindt zich een haak, die als handvat fungeert. Dergelijke staven hebben ook enkele bellen langs de schacht. Met hulp van FA worden met deze staven de geneeskrachtige kruiden vergaard door de priesters.

De fetish is zeer belangrijk. Bijna elk familielid heeft er een. Bij ziekte of onheil wordt hij opnieuw geladen door er met de fetisj-priester offers aan te brengen: water, rum, bloed van offerdieren ( in de 19e eeuw ook van geofferde mensen), gekookt voedsel en fruit wordt over de asen uitgegoten.      

 

NIGERIA

Yorouba      

Ibo                

Idoma          

KAMEROUN

Bij de Kirdi  en de Matakam  dragen de vrouwen tot bekend 1950 een kuisheidsgordel van ijzeren plaatjes die als een waaier over elkaar zijn geplaatst. ( ie eigen collectie en Femm dans les arts d ‘Afrique Dapper p 42

 

KONGO

Bwaka         

Kusu

Literatuur

Zie  excell bestand

Lees verder
Aangeboden werken (1)