Kunstmakelaardij Metzemaekers
Op deze pagina vindt u een overzicht van kunstenaars waarvan u op deze site meer informatie kunt vinden.

Adriaans, Leon A. [3 ]

Helmond, 1944 - Sint-Michielsgestel, 1 februari 2004

Biografie: Leon A. Adriaans

Leon A. Adriaans was een Nederlands schilder. ‘De absolute laatste Brabander' en de ‘uitvinder van de Brabantse kunst' (Maarten Beks, 1994). Leon Adriaans werd in 1944 in Helmond geboren als zoon van Leo en Alberta Adriaans. Zijn vader was bedrijfsleider in een textielfabriek. Het gezin telde 5 kinderen. In september 1946 overleed Winus, het derde kind. Leon, die eigenlijk Leo heette, nam jaren daarna de naam Leowinus aan. In de jaren zestig werd dit door hem verkort tot Leon.

Tijdens de lagere schoolperiode werd zijn talent voor tekenen onderkend door Harry Crijns, een van de onderwijzers. Ook de steenhouwer André Driessen stimuleerde Leon Adriaans kunstenaar te worden. Zijn ouders stuurden hem echter naar de Mulo. Na een niet-voltooide Mulo-opleiding werd Adriaans, onder voorwaarde alsnog in de avonduren het mulo-diploma te halen, toegelaten tot de Kunstacademie in 's-Hertogenbosch. Hij studeerde er van 1963-1967, maar raakte teleurgesteld in de heersende kunstopvattingen.

De artistieke ontwikkeling van Adriaans speelde de zogenaamde ‘zware Van Nelle club' een belangrijke rol. De ‘club' bestond uit kunstenaars die elkaar van hun studietijd kenden, waaronder Henk van der Rijdt, John van der Rijdt, Richard Menken en Frans Schouten. Henk van der Rijdt bracht de groep ook in contact met de al wat oudere Jacques van der Heyden (ook bekend als JCJvanderheyden). Er werd veel geëxperimenteerd met beeld (video en film) en geluid. In de context van de ‘zware Van Nelle club' ontwikkelde Adriaans zijn interpretatie van de Arte Povera. Hij werkte bij voorkeur met goedkoop en gemakkelijk te verkrijgen materiaal om dat te gebruiken als basis voor een nieuwe beeldtaal.

Vanaf 1970 gebruikte Adriaans veelvuldig veevoederzakken als drager voor zijn schilderwerk. In het midden van de jaren zeventig kon Adriaans een stal en een weiland pachten in het Sterrenbos, even ten zuiden van Den Bosch. Zijn liefde voor dieren kon hier geconcretiseerd worden. Naast kunstenaar begon Adriaans hier een leven als keuterboer. Zelf zag hij geen verschil tussen zijn leven als kunstenaar en dat als boer.In het begin van 1975 kreeg Adriaans zijn eerste expositie in het Utrechtse cultuurcentrum 't Hoogt. Het werk dat daar te zien was, werd door hem als volgt getypeerd: "Mijn allereerste tentoonstelling is begonnen. Centraal staat het zwart, het wit, en het lijden, de vrouw, mijn werk, het dier en het onbekende" (Van den Hoven, 2008, 64).

In 1977 trouwde Adriaans Twanneke le Brun. Ze woonden in het pand Achter de Tolbrug 10 in Den Bosch. Het echtpaar kreeg twee dochters.

In 1982 ontstond het eerste van een reeks van schilderijen, waarin de schilder als silhouet aanwezig is. Vaak is er een geel vlak dat geschilderd wordt door een geknield weergegeven figuur. De toepassing van het silhouet kan worden gezien als de weergave van een ‘vergeestelijkt' beeld van de kunstenaar. De twee vaak aanwezige ramen fungeren als een metafoor voor de inspiratie die de kunstenaar bereikt.

In 1991 bracht Adriaans zijn film ‘De Echokamers van instinct en intuïtie' uit, waarbij hij onder meer gebruik maakte van oude films die hij met Henk van der Rijdt maakte tussen 1967 en 1982. De film werd geen succes, maar werd wel opgenomen in het archief van Montevideo (stichting), het Nederlands instituut voor mediakunst in Amsterdam. In dezelfde periode vervaardigde Adriaans uit ruwhouten plankjes tientallen beschilderde vogelhuisjes Door de inspanningen van de galerie Arti Capelli van Gerard Hendriks in Den Bosch raakte het werk van Adriaans ook buiten Nederland bekend. Via Hendriks ontstond ook het contact met de Veldhovense notaris Dick Wachters, een van de belangrijkste verzamelaars van het werk van JCJ van der Heyden. Wachters bleek bereid Adriaans financieel en inhoudelijk te steunen. Hij bewerkstelligde dat Adriaans ook op linnen ging schilderen. Wachters richtte in 1997 de stichting Adriaans op om het beheer over het werk van Adriaans in goede banen te leiden. Daardoor konden ook diens schilderboeken uit het begin van de jaren tachtig worden veiliggesteld.

Ondanks de groeiende waardering voor zijn werk kampte Leon Adriaans met grote, deels persoonlijke, problemen in de periode 1990-2000. Hij deed jarenlang verwoede pogingen de gehele boerderij in het Sterrenbos te huren, maar de gemeente Den Bosch, de eigenaar van de boerderij had andere plannen met het gebied. De relatie met zijn vrouw en dochters stond in genoemde periode onder druk en Adriaans worstelde bovendien met een ernstig drankprobleem. In 1997 overleed zijn vrouw Twanneke aan de gevolgen van een hersenbloeding. Niet lang na de dood van zijn vrouw kreeg Adriaans een relatie met Monique Willems. Mede dank zij haar inspanningen gaf de gemeente Den Bosch uiteindelijk in 2000 toestemming in de boerderij in het Sterrenbos te gaan wonen. Adriaans kreeg weer nieuw elan.

In 1998 verscheen, dank zij de bemoeienissen van de Stichting Adriaans, het boek "Adriaans zonder land'. De titel geeft weer hoezeer Adriaans in die periode uitzag naar een eigen stuk land buiten de stad. Het boek kreeg veel aandacht. In 2002 maakte Pieter Verhoeff een documentaire over Adriaans onder de titel ‘Eigen weg'. De film werd door de NPS uitgezonden op 2 en 5 oktober 2002. Adriaans overleed in 2004. 

Werk van hem bevindt zich in tal van collecties: Haags Gemeentemuseum in Den Haag, Van Reekummuseum in Apeldoorn, Noordbrabants Museum te ´s-Hertogenbosch, Centraal Kantoor Rabobank Utrecht, Hoofdkantoor ABN/AMRO in Amsterdam, De Bruin Collectie in Wassenaar, Stichting Artimo te Breda, Mr. Th. Wachters in Veldhoven, Caldic Collectie in Rotterdam.

 

Lees verder
Aangeboden werken (6)
Werken in het archief (96)
Nieuws (3)

 

Iedere donderdag en vrijdag geopend van 13.00 tot 17.00 uur
Andere dagen na afspraak