Charchoune, Serge
Buguruslan, 4 augustus 1888 - Villeneuve-Saint-Georges, 24 november 1975
Biografie: Serge Charchoune
Serge Charchoune, of Sergej Sjarsjoen, was een Russische schilder en de eerste Russische dadaïstische dichter. Charchoune woonde het grootste deel van zijn leven in Frankrijk, waar hij overleed in Villeneuve-Saint-Georges. Serge Charchoune studeerde korte tijd kunst in Moskou voordat hij in 1910 werd opgeroepen voor het leger. Hij deserteerde en vertrok in 1912 naar Parijs, waar hij al snel geïnteresseerd raakte in de kubistische beweging en studeerde bij Henri Le Fauconnier. Tijdens de oorlog zocht hij zijn toevlucht in Barcelona, waar hij de schilders Albert Gleizes, Marie Laurencin en Francis Picabia ontmoette.
Na de bolsjewistische revolutie van oktober 1917 probeerde hij terug te keren naar Rusland, maar dat mislukte en hij belandde uiteindelijk weer in Parijs. Hij bezocht dadaïstische bijeenkomsten in café Certá en nam deel aan dadaïstische demonstraties, met name het door André Breton georganiseerde "Proces van Barrès". Hij richtte de dadaïstische groep Palata poetov op en schreef in 1921 Foule immobile: poème, misschien wel zijn belangrijkste bijdrage aan de beweging. Hij exposeerde in de Montaigne Galerie in een tentoonstelling georganiseerd door Tristan Tzara en in de Berlijnse galerie Der Sturm.
Van de jaren 1930 tot de jaren 1950 experimenteerde Charchoune met zowel abstracte als figuratieve figuren, waarbij hij de twee vaak vermengde. Zijn stijl, zoals beschreven door de Britse kunstenaar en criticus Merlin James, was een "alternatieve" abstractie in vergelijking met die van veel van zijn tijdgenoten. Charchoune haalde inspiratie voor zijn kunstwerken uit de muziek van klassieke componisten zoals Bach en Tsjaikovski.
Charchoune's werk is te vinden in de collecties van het Museum voor Moderne Kunst, het Centre Georges Pompidou, het Museum voor Moderne Kunst in Moskou en het Nationaal Museum van Servië.
