Oranje horizontaal met circel in twee velden, 1970.

Beschrijving

Linksonder getiteld, in het midden ‘monotype’ en rechtsonder gesigneerd en gedateerd 1970. Deze monotype met oranje streep  is een tweede versie van het werk dat afgebeeld staat op blz 81 in de Kees Buurman monografie welke in bezit is van het van Abbemuseum, Eindhoven. Herkomst: Collectie drs Adriana Brunsting, Leiden.

Cato Cramer, ´Fragmenten uit een gesprek met Kees Buurman´, in tent.cat. abstracte kunst uit de jaren zestig en zeventig. Een keuze uit de verzameling van het Centraal Museum, utrecht 1979, p. 30.

De reden waarom ik eigenlijk dat soort eenvoudige structuren en vormen ben gaan gebruiken is mezelf niet helemaal duidelijk. het is een vormtaal die in de loop der jaren is ontstaan en die ik sterk intuitief gebruik. Ik begin het eigenlijk pas interessant te vinden op de grens van wat je nog net weet en wat je niet meer weet; in al mijn schilderijen zit een hele grote twijfel. Die grenzen: hoort het daar bij of hoort het nog net daar bij. Het kernpunt is geloof ik dat ik me begeef op dat gebied tussen weten en niet weten in. Ik wil op die grens zitten, daar vind ik het spannend. Ik voel me niet thuis bij die hard-edge mensen, zoals Struycken bijvoorbeeld, waar ik vroeger nog wel eens bij ingedeeld werd. Er is wel een aantal mensen met wie ik me in die tijd, zo omstreeks '70, verwant voelde: Dekkers, Carel Visser, Schoonhoven, en vooral Van der Heijden. Ik vind het een groete verdienste van Cora de Vries dat ze in haar galerie (Collection d'Art, Amsterdam) die groep toen heeft laten zien. Da waren egenlijk allemaal mensen die overal tussen de wal en het schip zaten en waarvan toen opeens duidelijk werd dat ze egenlijk ook een soort groepje vormden. Er was daar opeens ook weer plaats voor emotie en voor een soort natuurlijkheid, die bij de hard-edge mensen helemaal ontbrak.

Als ik een wit en een zwart vlak begrens dan ligt voor mijn gevoel de spanning van dat ding niet zozeer in het wit en zwart, maar op de grens daarvan. Zoals bij het exentrische vierkant. Dat is een zwart vierkant zo groot dat het niet meer op het papier staat, maar het is bijna het hele papier zelf en dan toch ook net weer niet. Het onderwerp volgt dus uit het vel papier. het papier bepaalt de plaatsing van het viekant en hoe groot het wordt en zo. Ik heb eigenlijk vrijwel nooit kleur gebruikt, ik vind het een stuk verarming. Ik werk met tegenstellingen- want het gaat me dus om die grensgebieden- en dan heb ik aan zwart-wit genoeg. Soms wik ik een nieuwe tegenstelling maken, dan kies ik een kleur. het kan me niet schelen welke, want de kleur zelf interesseert me niet, maar de tegenstelling.

Een montype kun je op verschillende manieren maken. Voor dit vierkant heb ik een hela harde verchroomde metaalplaat genomen en die heb ik ingesmeerd. Een vel papier erover en toen door de pers. De belangrijkste reden voor mij om die techniek te gebruiken was (nu doe ik het niet meer) dat je er het mooiste zwart mee kon maken dat er was. In die tijd had ik ook de naam dat ik zo verschrikkelijk mooi zwart kon maken; 't was ook mooi. Die geweldige intensiteit van zo'n oppervlak haal je nooit met een ander medium. daarom koos ik het, want het had veel nadelen, zo'n ding kan je maar eenmaal afdrukken; je was dagen bezig met zo'n vlak, gewoon doorsjouwen, en dan bleef er alleen zo'n vierkantje over. Ik gooide natuurlijk ook veel weg. Ze een op de vijtien wilde je wel eens bewaren, daar wilde je eens een weekje naar kijken. Toch geloof ik dat de hoeveelheid aandacht die je erin stopt essentieel is voor de kracht van zo'n ding.

 

Oranje horizontaal met circel in twee velden, 1970.

Buurman, Kees [4]
(Leiden, 4 december 1933 - Leiden, 29 augustus 1997)

Details

Databanknummer:
83129
Lotnummer:
-
Advertentietype
Archief
Instelling:
Kunstmakelaardij Metzemaekers
Veilingdatum:
-
Veilingnummer:
-
Stad
-
Limietprijs
-
Aankoopprijs
-
Verkoopprijs
-
Hamerprijs
-
Status
Verkocht

Technische details

Kunstvorm:
Grafische kunst
Technieken:
Monotype-prints
Dragers:
Papier
Lengte:
47.2 cm
Breedte:
41.8 cm
Hoogte:
-
Oplage:
-

Beschrijving

Linksonder getiteld, in het midden ‘monotype’ en rechtsonder gesigneerd en gedateerd 1970. Deze monotype met oranje streep  is een tweede versie van het werk dat afgebeeld staat op blz 81 in de Kees Buurman monografie welke in bezit is van het van Abbemuseum, Eindhoven. Herkomst: Collectie drs Adriana Brunsting, Leiden.

Cato Cramer, ´Fragmenten uit een gesprek met Kees Buurman´, in tent.cat. abstracte kunst uit de jaren zestig en zeventig. Een keuze uit de verzameling van het Centraal Museum, utrecht 1979, p. 30.

De reden waarom ik eigenlijk dat soort eenvoudige structuren en vormen ben gaan gebruiken is mezelf niet helemaal duidelijk. het is een vormtaal die in de loop der jaren is ontstaan en die ik sterk intuitief gebruik. Ik begin het eigenlijk pas interessant te vinden op de grens van wat je nog net weet en wat je niet meer weet; in al mijn schilderijen zit een hele grote twijfel. Die grenzen: hoort het daar bij of hoort het nog net daar bij. Het kernpunt is geloof ik dat ik me begeef op dat gebied tussen weten en niet weten in. Ik wil op die grens zitten, daar vind ik het spannend. Ik voel me niet thuis bij die hard-edge mensen, zoals Struycken bijvoorbeeld, waar ik vroeger nog wel eens bij ingedeeld werd. Er is wel een aantal mensen met wie ik me in die tijd, zo omstreeks '70, verwant voelde: Dekkers, Carel Visser, Schoonhoven, en vooral Van der Heijden. Ik vind het een groete verdienste van Cora de Vries dat ze in haar galerie (Collection d'Art, Amsterdam) die groep toen heeft laten zien. Da waren egenlijk allemaal mensen die overal tussen de wal en het schip zaten en waarvan toen opeens duidelijk werd dat ze egenlijk ook een soort groepje vormden. Er was daar opeens ook weer plaats voor emotie en voor een soort natuurlijkheid, die bij de hard-edge mensen helemaal ontbrak.

Als ik een wit en een zwart vlak begrens dan ligt voor mijn gevoel de spanning van dat ding niet zozeer in het wit en zwart, maar op de grens daarvan. Zoals bij het exentrische vierkant. Dat is een zwart vierkant zo groot dat het niet meer op het papier staat, maar het is bijna het hele papier zelf en dan toch ook net weer niet. Het onderwerp volgt dus uit het vel papier. het papier bepaalt de plaatsing van het viekant en hoe groot het wordt en zo. Ik heb eigenlijk vrijwel nooit kleur gebruikt, ik vind het een stuk verarming. Ik werk met tegenstellingen- want het gaat me dus om die grensgebieden- en dan heb ik aan zwart-wit genoeg. Soms wik ik een nieuwe tegenstelling maken, dan kies ik een kleur. het kan me niet schelen welke, want de kleur zelf interesseert me niet, maar de tegenstelling.

Een montype kun je op verschillende manieren maken. Voor dit vierkant heb ik een hela harde verchroomde metaalplaat genomen en die heb ik ingesmeerd. Een vel papier erover en toen door de pers. De belangrijkste reden voor mij om die techniek te gebruiken was (nu doe ik het niet meer) dat je er het mooiste zwart mee kon maken dat er was. In die tijd had ik ook de naam dat ik zo verschrikkelijk mooi zwart kon maken; 't was ook mooi. Die geweldige intensiteit van zo'n oppervlak haal je nooit met een ander medium. daarom koos ik het, want het had veel nadelen, zo'n ding kan je maar eenmaal afdrukken; je was dagen bezig met zo'n vlak, gewoon doorsjouwen, en dan bleef er alleen zo'n vierkantje over. Ik gooide natuurlijk ook veel weg. Ze een op de vijtien wilde je wel eens bewaren, daar wilde je eens een weekje naar kijken. Toch geloof ik dat de hoeveelheid aandacht die je erin stopt essentieel is voor de kracht van zo'n ding.

 

Geen prijsinformatie? Sluit een abonnement af.

 

 

 

 

 

 

 

Aangeboden kunst

Een selectie uit ons kunstaanbod

Bekijk meer aanbod »

 

Iedere donderdag en vrijdag geopend van 13.00 tot 17.00 uur
Andere dagen na afspraak